4-8
Afgedrukte foutmeldingen
Bij sommige problemen zal de printer een foutmelding afdrukken; deze meldingen
worden besproken in de volgende tabel. Neem de juiste maatregelen voor de
afgedrukte melding.
Foutmelding Wat te doen
GEHEUGEN VOL
• Druk op de toets om de gegevens die nog in het geheugen van
de printer zitten, af te drukken.
• Maak uw document minder ingewikkeld of verminder de
afdrukresolutie.
• Breid het geheugen van de printer uit met extra geheugen.
Raadpleeg 'Het geheugen uitbreiden' in hoofdstuk 2.
BUFFER VOL
• Druk op de toets om de gegevens die nog in het geheugen van
de printer zitten, af te drukken.
• Wordt de foutmelding nu niet gewist, maak uw document dan
minder ingewikkeld of verminder de afdrukresolutie.
• Breid het geheugen van de printer uit met extra geheugen.
Raadpleeg 'Het geheugen uitbreiden' in hoofdstuk 2. Activeer
de paginabescherming m.b.v. de meegeleverde Windows-
driver of met het RPC-programma.
• Verander in de meegeleverde Windows-driver de volgende
instellingen en probeer opnieuw. Welke combinatie het beste
werkt, is afhankelijk van uw document.
Grafische stand
TrueType
TM
-stand
Gebruik TrueType
TM
-lettertypen van printer.
RESOLUTIE AANGEPAST
(De printer heeft het document
met een lagere resolutie
afgedrukt.)
• Maak uw document voordat u gaat afdrukken minder
ingewikkeld; zo wordt voorkomen dat de resolutie
automatisch wordt verlaagd.
• Breid het geheugen van de printer uit met extra geheugen.
Raadpleeg 'Het geheugen uitbreiden' in hoofdstuk 2.