Citizen SR-270N Calculator User Manual


 
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc SIZE:140x75mm
SCALE 2:1 2010/7/14
-D5-
keer dat u op [ DEL ] drukt, zal u het teken direct links van de cursor
wissen.
Om een teken te vervangen, onderlijnt u het teken door de cursor
aan de hand van de [] of [] toets op de gewenste plaats te
brengen en toetst u het nieuwe getal in om het vorige teken te
vervangen.
Om een teken in te voegen, verplaatst u de cursor naar de positie
waar u het teken wilt invoegen. Vervolgens drukt u op [ 2nd ] [ INS ]
en toetst u het gewenste teken in.
(Opmerking): De knipperende cursor “
” betekent dat de
rekenmachine zich in de invoermodus bevindt. Wanneer
de knipperende cursor als “_” weergegeven wordt dan
bevindt de rekenmachine zich in de overschrijfmodus.
Druk op de [
ON
/AC ] toets om alle ingevoerde tekens te wissen.
De herhaalfunctie
De herhaalfunctie (Replay) slaat de laatst uitgevoerde bewerking
op. Nadat de bewerking is uitgevoerd kunt u op de [ 2nd ] [] of
[ 2nd ] [] toets drukken om de bewerking vanaf het begin of het
einde weer te geven. U kunt de cursor verder verplaatsen aan de
hand van [] of []om de waarden of opdrachten te bewerken.
Om een cijfer te verwijderen, drukt u op [ DEL ]. (of, in de
overschrijfmodus, typt u gewoon over het cijfer). Zie Voorbeeld 1.
De herhaalfunctie van de rekenmachine kan ingevoerde gegevens
tot 256 tekens opslaan. Na de uitvoering of tijdens het invoeren,
kunt u op [2nd ] [] of [ 2nd ] [] drukken om de invoerstappen
weer te geven en waarden of opdrachten te bewerken voor
volgende uitvoering. Zie Voorbeeld 2.
(opmerking) : De herhaalfunctie wordt niet gewist, zelfs wanneer u op
[
ON
/AC ] drukt of de rekenmachine uitschakelt. U kunt
dus zelf de inhoud opvragen nadat u op [
ON
/AC ]
gedrukt heeft.
Foutieve invoer weergeven
Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt
ingevoerd dan zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op []
of [] om de cursor te verplaatsen en toets vervolgens de
correcte waarde in. U kunt ook een fout wissen door op [
ON
/AC ]
te drukken en vervolgens de waarden en de uitdrukking opnieuw
in te toetsen vanaf het begin. Zie Voorbeeld 3.
Berekeningen met het geheugen
Zelfstandig geheugen
Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actief geheugen toe te
voegen. Druk op [ 2nd ] [ M– ] om de waarde uit het actief
geheugen te wissen. Om de waarde in het actief geheugen op te
vragen, drukt u op [ 2nd ] [ RCL ] [ .M. ]. Om het actief geheugen
te wissen drukt u op [ 0 ] [STO] [ .M. ]. Zie Voorbeeld 4.
(Opmerking): U kunt niet alleen waarden opslaan door op de [ STO ]
toets te drukken, maar u kunt ook waarden toewijzen