SR135_Dutch_090326.doc SIZE:140x75mm SCALE 2:1 2009/3/26
-D
8-
Hexadecimaal getal
Decimaal getal
Buiten het
werkingsbereik
___
1x10
10
≤
DATA
Hexadecimaal
positief geheel getal
2 5 4 0 B E 3 F F
2 5 4 0 B E 3 F E
:
:
1
0
9999999999
9999999998
:
:
1
0
Hexadecimaal
negatief geheel getal
(Complement)
F F F F F F F F F F
F F F F F F F F F E
:
:
F D A B F 4 1 C 0 2
F D A B F 4 1 C 0 1
–1
–2
:
:
–9999999998
–9999999999
Buiten het
werkingsbereik
DATA ≤
–1x10
10
(20)
[]
SCI
FIX
1. Gebruikt om over te schakelen tussen de
weergavemode.
2. Gebruikt om het aantal cijfers na het decimaal punt in te
stellen.
Voorbeeld: Ingedrukte toetsen Weergave
[2] [
÷
] [3] [=] 0.666666666
[SHIFT]
[]
SCI
FIX
[5] 0.66667
[]
SCI
FIX
6.66667-01
[SHIFT]
[]
SCI
FIX
[ • ] 6.6666666-01
(21) [X
↔
Y] : Wisseltoets.
Gebruikt om het weergegeven getal en de inhoud van
een intern register te verwisselen.
(22) [a], [b], [R
→
P], [P
→
R] : Conversie van coördinaten.
a. Deze toetsen converteren de rechthoekige coördinaten in
polaire coördinaten, en omgekeerd. Het bereik van de eenheid
dat ingesteld werd met de [DRG] toets wordt hierna
weergegeven.
b. De respectievelijke gedefinieerde gebieden en de
nauwkeurigheid zijn zoals aangeduid op de tabel aan de
achterkant. Het bereik van
θ
dat bekomen wordt door R
→
P in