SR260C_Dutch_090402.doc SIZE: 140x75mm SCALE 2:1 2009/4/15
-D8-
Toets voor het berekenen van de standaardafwijking van de
populatie: [ 2ndF ] [σ]
Berekent de standaardafwijking van de populatie van de gegevens.
Toets voor het berekenen van de standaardafwijking van de
steekproef: [ S ]
Berekent de standaardafwijking van de steekproef van de gegevens.
Toets voor het berekenen van de som der kwadraten: [ 2ndF ]
[Σx
2
]
Berekent de som van de kwadraten (Σx
2
) van de gegevens.
De toets voor het berekenen van de som der waarden: [ 2ndF ]
[Σx ]
Berekent de som der waarden (Σx ) van de gegevens.
De toets voor het weergeven van het aantal gegevens: [ n ]
Toont het aantal ingevoerde gegevens (n).
Het beeldscherm
De indicators verschijnen op het beeldscherm om de huidige status
van de rekenmachine aan te geven.
• De drijvende komma notatie kan maximaal 10 cijfers weergeven.
• De mantisse kan maximaal 8 cijfers weergeven. De exponent kan
maximaal ±99 weergeven.
STAT : Geeft aan dat de rekenmachine zich in
de statistische modus bevindt.
M : Geeft aan dat er een waarde in het
geheugen is opgeslagen.
– : Wordt aan de linkerkant van de
mantisse of exponent weergegeven
om aan te geven dat de
respectievelijke waarde negatief is.
E : Geeft aan dat er een fout is.
PGM : Geeft aan dat de rekenmachine zich in
de programmeermodus bevindt.
CONST : Geeft aan dat de rekenmachine zich in
de constante modus bevindt.
GRAD : Geeft aan dat de gradient-modus
geselecteerd is.
RAD : Geeft aan dat de radiaalmodus
geselecteerd is.
DEG : Geeft aan dat de gradenmodus
geselecteerd is.
BUSY : Er wordt een bewerking uitgevoerd.
σ : Geeft de waarde van de afwijking aan.
2F : Verschijnt wanneer de tweede functie
geselecteerd is.