Sony CPD-E500E Computer Monitor User Manual


 
12
De beeldkleur regelen (KLEUR)
Met de KLEUR instellingen kunt u de beeldkleurtemperatuur
regelen door het kleurniveau van het witte kleurveld te
veranderen. De kleuren hebben een rode tint bij lage temperatuur
en een blauwe tint bij hoge temperatuur. Deze regeling is handig
om de monitorkleuren af te stemmen op drukkleuren.
Deze instellingen worden in het geheugen opgeslagen voor alle
ingangssignalen.
1
Druk in het midden van de regeltoets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2
Beweeg de regeltoets om KLEUR te laten
oplichten en druk nogmaals in het midden van de
regeltoets.
Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm.
3
Beweeg de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om de instelmode te
kiezen.
Er is keuze uit drie instelmodes: BASIS, GEAVANC. en
sRGB.
4
Beweeg eerst de regeltoets
m
/
M
om de gewenste
instelling te kiezen. Beweeg vervolgens de
regeltoets
<
/
,
om de regeling uit te voeren.
Voer de regeling uit als volgt.
BASIS mode
1
Beweeg de regeltoets
m
mm
m
/
M
MM
M
om kleurtemperatuurrij
1
te kiezen. Beweeg vervolgens de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om een kleurtemperatuur te kiezen.
De vooringestelde kleurtemperaturen zijn 5000K, 6500K en
9300K. De standaard instelling is 9300K, zodat wit van
blauwachtig verandert in roodachtig wanneer de temperatuur
wordt verlaagd tot 6500K en 5000K.
2
Regel de kleurtemperatuur eventueel bij.
Beweeg de regeltoets
m
mm
m
/
M
MM
M
om kleurtemperatuurrij
2
te kiezen. Beweeg vervolgens de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om de kleurtemperatuur bij te regelen.
Als u de kleurtemperatuur bijregelt, worden de nieuwe
instellingen voor elk van de drie kleurtemperaturen
gememoriseerd en verandert item 1 van het schermmenu als
volgt.
[5000K]t[1]
[6500K]t[2]
[9300K]t[3]
GEAVANC. mode
De kleur kan nog nauwkeuriger worden geregeld via de
GEAVANC. mode.
1
Beweeg de regeltoets
m
mm
m
/
M
MM
M
om kleurtemperatuurrij
1
te kiezen. Beweeg vervolgens de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om een kleurtemperatuur te kiezen.
2
Beweeg de regeltoets
m
mm
m
/
M
MM
M
om regelpunt
2
te
kiezen. Beweeg vervolgens de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om
BIAS (zwartniveau) te regelen.
Hiermee worden de donkere zones van een beeld geregeld.
3
Beweeg de regeltoets
m
mm
m
/
M
MM
M
om regelpunt
3
te
kiezen. Beweeg vervolgens de regeltoets
<
<<
<
/
,
,,
,
om
GAIN (witniveau) te regelen.
Hiermee worden de lichte zones van een beeld geregeld.
Bij de regelpunten 2 en 3 kan de R (rode), G (groene) en
B (blauwe) component van het ingangssignaal worden
geregeld.
Als u de kleurtemperatuur bijregelt, worden de nieuwe
instellingen voor elk van de drie kleurtemperaturen
gememoriseerd en verandert item 1 van het schermmenu als
volgt.
[5000K]t[1]
[6500K]t[2]
[9300K]t[3]
BASIS GEAVANC. s BGR
5000K 6500K 930 K0
50 K00
KLEUREN
BASIS GEAVANC. s BGR
5000K 6500K 930 K0
R BIAS 05
G BIAS 05
B BIAS 05
RGAIN 05
GGAIN 05
BGAIN 05
KLEUREN