N9-4
9. ONDERHOUD
DUTCH VERSION NO1-33007
9.4 Instelling van de drempelwaarde
Zet de drukker aan.
[PAUSE] toets.
ON LINE
[PAUSE] toets.
PA SE U
[FEED] toets.
TR NSMIS
E
A
S
I
V
[FEED] toets.
RE LECTI
F
V
E
[PAUSE] toets.
TR NSMIS
E
A
S
I
V
TR NSMIS
E
A
S
I
V
PA SE U
[RESTART] toets.
Commando
ON LINE
ON LINE
9.4 Instelling van de drempelwaarde
De spatiesensor zorgt ervoor dat elk etiket automatisch op hetzelfde startpunt wordt bedrukt. Bij gebruik
van voorgedrukte etiketten, kan het gebeuren dat, naargelang de inktsoort, de sensor er niet in slaagt de
voedingsholte te detekteren. In dat geval moet de sensor met behulp van het bedieningsbord van de
drukker ingesteld worden.
■ Werkwijze voor de instelling van de drempelwaarde
(1) In rust
(2) Laad het voorgedrukt etiket. (De positie is onbelangrijk).
(3) Druk op de [PAUSE] toets.
(4) De drukker bevindt zich in pauze.
(5) Druk op de [PAUSE] toets gedurende 3 seconden of meer
terwijl de drukker in pauze is.
(6) De selectie om de openingsensor manueel in te stellen
verschijnt op het scherm. De aanduiding van de
transmissiesensor verschijnt op het scherm.
(7) Druk op de [FEED] toets.
(8) De aanduiding van de reflectiesensor verschijnt op het scherm.
(9) Druk op de [FEED] toets.
(10) De aanduiding van de transmissiesensor verschijnt op het
scherm.
(11) Druk verder op de [PAUSE] toets.
(12) De drukker voert etiketten aan tot de [PAUSE] toets losgelaten
wordt.
(13) Als de [PAUSE] toets losgelaten wordt zodra 1.5 etiket
aangevoerd werd, onderbreekt de drukker de aanvoer van
etiketten. (De drempelwaarde is ingesteld voor de gekozen
sensor).
(14) Durk op de [RESTART] toets.
(15) In rust
(16) Het etiket wordt gedrukt overeenkomstig het commando
uitgebracht door de PC.
<Bijkomende uitleg>
(1) Wanneer de [PAUSE] toets binnen de 3 seconden losgelaten wordt, heeft de toets geen uitwerking.
(2) Wanneer de opening tussen twee etiketten bepaald wordt, moet 1.5 etiket aangevoerd worden.
(Indien dit niet het geval is, kan de drempelwaarde verkeerd ingesteld zijn. In dit geval moet de
instelling opnieuw gebeuren).
(3) Wanneer de [PAUSE] toets 3 seconden of langer ingedrukt wordt terwijl de drukkop opgetild is, heeft
de [PAUSE] toets geen uitwerking.
(4) Tijdens het laden van etiketten wordt een einde papier, een linteinde of een snijmes fout niet
waargenomen.