34
Nederlands
De installatiewizard zoekt automatisch naar uw internetverbinding. Als uw verbinding
niet automatisch wordt gevonden, kunt u uw verbindingsgegevens handmatig invo-
eren. Neem als u niet zeker bent van bepaalde vereiste verbindingsgegevens contact
op met uw Internet Service Provider (ISP).
4. Na de basisconfiguratie wordt de router opnieuw opgestart en wordt de pagina Status
(Status) weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie over de installatiewizard de Gebruikershandleiding op de
installatie-cd van USRobotics.
Gebruikers van het Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP):
Als uw ISP een PPTP-verbinding gebruikt, dient u de volgende extra stappen uit te
voeren om de installatieprocedure te voltooien en een internetverbinding tot stand te
brengen. Neem als u vragen over de instellingen van uw PPTP-verbinding hebt con-
tact op met uw ISP.
1. Klik in de configuratiepagina's van de router op het tabblad Internet (Internet)
en ga naar het gedeelte Point-to-Point Tunneling (PPTP).
2. Selecteer het vakje My ISP uses a PPTP connection (Mijn ISP gebruikt een
PPTP-verbinding).
3. Voer in het veld Domain (Domein) het domein- of IP-adres van uw PPTP-server
in, en de User name (Gebruikersnaam) en het Password (Wachtwoord) van uw
ISP. Als uw ISP een specifieke verificatiemethode gebruikt, dient u de relevante
selectievakjes in of uit te schakelen.
4. Druk als u klaar bent op Save (Opslaan). De router start opnieuw op waarna de
internetverbinding beschikbaar zou moeten zijn. Op de pagina Status (Status)
kunt u informatie over de verbinding vinden.
Gefeliciteerd. U hebt de installatieprocedure met succes voltooid. U kunt
uw internetverbinding verifiëren door uw Wireless Router te registreren op
www.usr.com/productreg/
.
Draadloze apparaten aansluiten
1. Zorg ervoor dat alle draadloze apparaten die op het netwerk worden aangesloten op
de modus Infrastructure (Infrastructuur) zijn ingesteld. Raadpleeg de documentatie
bij uw draadloze apparaat voor meer informatie over het wijzigen van de draadloze
modus van uw apparaat.
2. Voer bij de instellingen van de draadloze apparaat als netwerknaam of SSID de Net-
work name (Netwerknaam) in die door de router wordt gebruikt.
3. Als u op de router draadloze beveiliging hebt ingesteld, dient u ervoor te zorgen dat
de beveiligingsinstellingen van de draadloze apparaat overeenkomen met die van de
draadloze router. Raadpleeg de documentatie bij de draadloze apparaat voor meer
informatie over het wijzigen van de beveiligingsinstellingen van de apparaat.
Problemen oplossen
In deze basisprocedure komen een aantal problemen met de router aan bod:
1. Controleer of het netsnoer en alle Ethernet-kabels goed zijn aangesloten. Hiermee
bedoelen we ook de kabels die de router, de modem en alle computers in het netwerk
met elkaar verbinden. Bekijk de installatie-afbeeldingen op pagina 32.