84
Pulsar EX : 51032306XT/BB MGE UPS SYSTEMS
4
22
24
23
Netstroomaansluiting
5
7
6
inbedrijfstellen
installeren
Neem bij het installeren van het apparaat
strikt de in de inleiding beschreven
veiligheidsvoorschriften in acht.
controle vooraf
c de volgorde van aansluiting van de
Pulsar EX, beschreven in de hiernavolgende
paragrafen, moet strikt inachtgenomen
worden;
c controleer of de gegevens op het
constructieplaatje 14 overeenkomen met
die van uw netstroomvoorziening en met het
werkelijke energieverbruik van de apparatuur
die door Pulsar EX van stroom moet worden
voorzien;
c indien de Pulsar EX plat neergelegd wordt,
dient dit te gebeuren in de stand aangegeven
in figuur 1, met de ventilatiespleten naar boven.
aansluiten van de Pulsar EX
c het aansluiten van de aansluitmodules, de
"automatische bypass" en de Pulsar EXB
extra accukasten moet verplicht gebeuren
met de Pulsar EX uitgeschakeld en
losgekoppeld van de netstroomvoorziening:
v netsnoer 5 niet aangesloten,
v accuschakelaar 7 en accu-circuitbreaker
32 in open (stand "O"),
v knop 3 " " in niet ingedrukte stand
(aangesloten apparatuur uit);
c het aansluiten op de contactblokken mag
uitsluitend door gekwalificeerde elektriciens
worden uitgevoerd.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de
aardleidingen altijd als eerste worden
aangesloten;
c aanbevolen kabeldiameters (aansluiting
op contactblok):
Pulsar EX15 / EX20: 3 x 1,5 mm
2
,
Pulsar EX30 / EX40: 3 x 2,5 mm
2
;
c aanbevolen stroomopwaartse beveiliging:
Pulsar EX15 / EX20: Merlin Gerin installatie-
automaat C60N 10A karakteristiek C,
Pulsar EX30 / EX40: Merlin Gerin installatie-
automaat C60N 16A karakteristiek C;
c neutraal systeem:
v de Pulsar EX is standaard geconfigureerd
voor neutraal systeem TN op uitgang
aangesloten apparatuur (nulleider naar
aarde met galvanische isolatie),
v als de Pulsar EX is voorzien van de
optionele "automatische bypass" , is het
stroomafwaartse neutrale systeem identiek
aan het stroomopwaartse neutrale systeem
(geen galvanische isolatie).
Pulsar EX met "uitgangen"
module
c neem de "uitgangen" module 22 ;
c sluit de connector aan de achterkant van
de module aan op connector 6 van de
Pulsar EX (zie figuur 2);
c schroef de module vast met behulp van
de 2 schroeven 24 ;
c sluit de apparatuur die van de Pulsar EX
stroom moet krijgen aan op de uitgangen 23
van de module;
c sluit het netsnoer 5 aan op de ingang 4
van de Pulsar EX;
c sluit het netsnoer 5 niet op het
stroomvoorzieningsnet aan als er andere
opties worden geïnstalleerd ("automatische
bypass" module of extra accukast), zoniet,
zie rechtstreeks het hoofdstuk "bediening".
Figuur 1
Figuur 2