10
12
13
14
15
16
17
Installatieprocedure
Stap 1. Apparaten op de
printserver aansluiten
Voordat u begint, moet u over het volgende beschikken:
• Een computer met Windows 2000 SP5 of
hoger of Windows XP SP1 of hoger
• Een MFP of standaardprinter met een USB-
poort en de bijbehorende installatie-cd
• Een CAT5 Ethernet-kabel
• Een USB-kabel (niet meegeleverd — wordt
meestal bij de printer geleverd)
1. Maak de verpakking van de printserver open en controleer
of alle hier opgesomde producten daarin aanwezig zijn.
2. Sluit de printserver aan op uw netwerk door het ene
uiteinde van de netwerkkabel op de netwerkpoort
van de printserver aan te sluiten en het andere
uiteinde op een vrije poort van de router.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
hoofdstuk
3. Bevestig het ene uiteinde van de voedingsadapter
aan de printserver en het andere uiteinde in een
stopcontact. Na inschakeling voert de printserver een
zelftest (ofwel POST) uit. Wanneer het statuslampje
uitgaat, is de printserver klaar voor gebruik.