Cisco Systems E1000 Network Router User Manual


 
9
Wireless-N router
Linksys E1000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Setup (Instellingen)> MAC Clone (MAC-adres klonen)
MAC-adres klonen
Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld) Als u
het MAC-adres wilt laten klonen, selecteert u Enabled
(Ingeschakeld).
MAC Address (MAC-adres) Voer hier het MAC-adres in
dat bij uw internetprovider is geregistreerd.
Clone My PC’s MAC (MAC-adres van mijn pc klonen) Als
u het MAC-adres wilt klonen van de pc die u momenteel
gebruikt, klikt u op deze optie.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Setup (Instellingen)> Advanced Routing
(Geavanceerde routing)
Op dit scherm kunt u de geavanceerde functies van de
router instellen. Met Operating Mode (Bedrijfsmodus)
kunt u het type geavanceerde functies selecteren dat u
gebruikt. Met Dynamic Routing (Dynamische routing)
wordt de wijze waarop pakketten worden verplaatst in
uw netwerk automatisch aangepast. Met Static Routing
(Statische routing) wordt een vaste route naar een andere
bestemming in het netwerk ingesteld.
Setup (Instellingen)> Advanced Routing (Geavanceerde routing)
Geavanceerde routing
NAT
Enabled/Disabled (Ingeschakeld/Uitgeschakeld) Als deze
router de host is van de internetverbinding van uw
netwerk, houdt u de standaardinstelling Enabled
(Ingeschakeld) aan. Selecteer Disabled (Uitgeschakeld)
als er zich nog een andere router in uw netwerk bevindt.
Als de NAT-instelling wordt uitgeschakeld, is dynamische
routing beschikbaar.
Dynamische routing (RIP)
Dynamische routing maakt gebruik van het Routing
Information Protocol (RIP). Met deze optie kan de router
zich automatisch aanpassen aan fysieke veranderingen
in de netwerkstructuur en routingtabellen met andere
routers uitwisselen. De router bepaalt de route van de
netwerkpakketten op basis van het geringste aantal
knooppunten tussen de bron en de bestemming.
Enabled/Disabled
(Ingeschakeld/Uitgeschakeld) Als de
NAT-instelling is ingeschakeld, wordt de optie Dyna
mic
Routing (Dynamische routing) automatisch uitgeschakeld.
Als de NAT-instelling is uitgeschakeld, is deze optie
beschikbaar. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u de optie
Dynamic Routing (Dynamische routing) wilt gebruiken.
Statische routing
Een statische route is een vooraf bepaald pad waarover
netwerkgegevens moeten gaan om bij een bepaalde
host of een bepaald netwerk te komen. Voer de volgende
gegevens in om een nieuwe statische route in te stellen.
Route Entries (Routevermeldingen) U stelt een statische
route tussen de router en een ander netwerk in door een
getal in de vervolgkeuzelijst te selecteren.- Klik op Delete
This Entry (Item verwijderen) als u een statische route
wilt verwijderen.
Enter Route Name (Voer routenaam in) Voer hier de
naam van de route in. De naam mag niet langer zijn dan
25 alfanumerieke tekens.
Destination LAN IP (IP doel-LAN) Dit is het adres van het
externe netwerk of de externe host waaraan u de statische
route wilt toewijzen.
Subnet Mask (Subnetmasker) Hiermee wordt bepaald
welk deel van het IP-adres van het doel-LAN het netwerk
is en welk deel van de host.
Gateway Dit is het IP-adres van het apparaat dat als
gateway dient en dat de verbinding tussen de router en
het externe netwerk of de externe host mogelijk maakt.
Interface Deze interface geeft aan of het IP-adres van het
doel-LAN zich op het LAN & Wireless (LAN en WLAN) -
Ethernet en draadloze netwerken - of op Internet (WAN)
bevindt. (WAN staat voor Wide Area Network.)
Klik op Show Routing Table (Routingtabel weergeven)
als u de reeds ingestelde statische routes wilt weergeven.
Advanced Routing (Geavanceerde routing)> Routing Table (Routingtabel)