26
Wireless-N router
Linksys E1000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Allow Users to Disable Internet Access (Gebruikers
mogen internettoegang uitschakelen) Selecteer Enabled
(Ingeschakeld) als u de mogelijkheid wilt hebben om geen
internetverbinding toe te staan. In alle andere gevallen kiest
u voor de standaardinstelling Disabled (Uitgeschakeld).
Back-up en herstel
Backup Configurations (Back-up van configuraties
maken) Klik op deze optie en volg de aanwijzingen
op het scherm om een back-up te maken van de
routerconfiguratie.
Restore Configuration (Configuratie herstellen) Klik op
deze optie en volg de aanwijzingen op het scherm om
de routerconfiguratie te herstellen.- (U dient van tevoren
een back-up te hebben gemaakt van de configuratie-
instellingen.)
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Administration (Administratie)> Log
(Logboek)
De router kan logboeken van al het verkeer van uw
internetverbinding bijhouden.
Administration (Administratie)> Log (Logboek)
Logboek
Log (Logboek) Houd de standaardwaarde Disabled
(Uitgeschakeld) aan als u deze functie niet wilt inschakelen.
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u toezicht wilt
houden op het verkeer tussen het netwerk en internet. Als
u de logboekfunctie hebt ingeschakeld, kunt u tijdelijke
logboeken weergeven.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijziging door te voeren of klik op Cancel changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijziging te annuleren.
View Log (Logboek weergeven) Klik op deze optie als u
de logboeken wilt bekijken.
Log (Logboek) > View Log (Logboek weergeven)
Logboek
• Type Selecteer Incoming Log (Logboek inkomend
verkeer), Outgoing Log (Logboek uitgaand verkeer),
Security Log (Beveiligingslogboek) of DHCP Client
Log (DHCP-clientlogboek).
• <Type> Log (<Type> logboek) In het Incoming
Log (Logboek inkomend verkeer) wordt een tijdelijk
logboek weergegeven van de bron-IP-adressen en
de doelpoortnummers voor het binnenkomende
internetverkeer. In het Outgoing Log (Logboek
uitgaand verkeer) wordt een tijdelijk logboek
weergegeven van de lokale IP-adressen, doel-URL's
of IP-adressen en de service/poortnummers voor
het uitgaande internetverkeer. In het Security log
(Beveiligingslogboek) worden de aanmeldgegevens
voor het browsergebaseerde hulpprogramma
weergegeven. In het DHCP Client Log (Logboek DHCP-
client) wordt de statusinformatie van de lokale DHCP-
server weergegeven.
Klik op Save the Log (Logboek opslaan) om deze
informatie op te slaan in een bestand op de vaste schijf
van uw computer. Klik op Refresh (Vernieuwen) om
de gegevens te vernieuwen. Klik op Clear (Wissen) om
alle weergegeven informatie te wissen.
Administration (Administratie)>
Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Met de diagnostische tests (Ping en Traceroute) kunt u
de verbindingen van de netwerkapparatuur controleren,
met inbegrip van de internetverbinding.
Administration (Administratie)> Diagnostics (Diagnostische gegevens)
Diagnostische gegevens
Ping-test
Met Ping wordt de status van een verbinding getest.
IP or URL Address (IP- of URL-adres) Voer het adres in
van de computer, het apparaat of de website waarvan u
de verbinding wilt testen.
Packet Size (Pakketgrootte) Voer de pakketgrootte in die
u wilt gebruiken. De standaardinstelling is 32 bytes.
Times to Ping (Aantal keer pingen) Geef op hoe vaak u
de verbinding wilt testen. De standaardinstelling is 5.
Start to Ping (Ping starten) Klik op deze optie om de test
te starten. Op het scherm Ping wordt weergegeven of de