11
Wireless-N router
Linksys E1000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Wi-Fi Protected Setup
Er zijn drie beschikbare methoden. Gebruik de juiste
methode voor het clientapparaat dat u aan het
configureren bent.
Wireless (WLAN)> Basic Wireless Settings (Wi-Fi Protected Setup)
(Standaardinstellingen WLAN (Wi-Fi Protected Setup))
OPMERKING: Wi-Fi Protected Setup
configureert één clientapparaat tegelijk.
Herhaal deze stappen voor elk clientapparaat
dat Wi-Fi Protected Setup ondersteunt.
• Knop Wi-Fi Protected Setup Gebruik deze methode
als uw apparaat een knop voor Wi-Fi Protected Setup
heeft.
a. Klik of druk op de knop Wi-Fi Protected Setup op
het clientapparaat.
b. Klik op de knop Wi-Fi Protected Setup in het
scherm Wi-Fi Protected Setup van de router.
Het Wi-Fi Protected Setup LED-lampje knippert
twee minuten blauw tijdens het Wi-Fi Protected
Setup-proces en blijf blauw branden wanneer het
Wi-Fi Protected Setup-proces is geslaagd.
Het LED-lampje brandt oranje als er een fout
optreedt tijdens het WiFi Protected Setup-proces.-
Controleer of het clientapparaat Wi-Fi Protected
Setup ondersteunt. Wacht totdat het LED-lampje
uit gaat en probeer het vervolgens opnieuw.
Het LED-lampje knippert als er een Wi-Fi Protected
Setup-sessie actief is. De router ondersteunt
één sessie tegelijk. Wacht totdat het LED-lampje
continu brandt of uit is voordat u de volgende Wi-
Fi Protected Setup-sessie start.
c. Nadat het clientapparaat is geconfigureerd, klikt u
op OK in het scherm Wi-Fi Protected Setup van de
router. Ga vervolgens terug naar het clientapparaat
of de documentatie voor verdere instructies.
• Enter Client Device PIN on Router (PIN-code
clientapparaat op router invoeren) Gebruik deze
methode als uw clientapparaat over een PIN-code
(Personal Identification Number) voor Wi-Fi Protected
Setup beschikt.
a. Geef de PIN-code van het clientapparaat op in het
veld op het scherm Wi-Fi Protected Setup van de
router.
b. Klik op de knop Register (Registeren) in het scherm
Wi-Fi Protected Setup van de router.
c. Nadat het clientapparaat is geconfigureerd, klikt u
op OK in het scherm Wi-Fi Protected Setup van de
router. Ga vervolgens terug naar het clientapparaat
of de documentatie voor verdere instructies.
• Enter Router PIN on Client Device (PIN-code router
invoeren op clientapparaat) Gebruik deze methode
als het clientapparaat om de PIN-code van de router
vraagt.
a. Geef op het clientapparaat de PIN-code op die
op het scherm Wi-Fi Protected Setup van de router
wordt weergegeven. (Deze code staat ook op het
label op de onderkant van uw router.)
b. Nadat het clientapparaat is geconfigureerd, klikt u
op OK in het scherm Wi-Fi Protected Setup van de
router. Ga vervolgens terug naar het clientapparaat
of de documentatie voor verdere instructies.
Onder in het scherm worden de Network Name
(SSID) (Netwerknaam (SSID)), Security (Beveiliging) en
Passphrase (Wachtzin) weergegeven.
OPMERKING: als u clientapparaten hebt die Wi-
Fi Protected Setup niet ondersteunen, noteert
u de instellingen van het draadloze netwerk en
configureert u de clientapparaten handmatig.