10
Wireless-N router
Linksys E1000 Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Routingtabel
U ziet van elke route het IP-adres van het doel-LAN,
het subnetmasker, de gateway en de interface. Klik op
Refresh (Vernieuwen) om de gegevens te vernieuwen.
Klik op Close (Sluiten) om dit scherm af te sluiten.
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.
Wireless (WLAN)> Basic Wireless
Settings (Standaardinstellingen WLAN)
In dit scherm kunt u de standaardinstellingen voor
draadloze netwerken opgeven.
Er zijn twee manieren om de draadloze netwerken van de
router te configureren: handmatig en met Wi-Fi Protected
Setup.
Wi-Fi Protected Setup is een functie waarmee u uw
draadloze netwerk op eenvoudige wijze kunt instellen. Als
u clientapparaten, zoals een WLAN-adapter, hebt die Wi-
Fi Protected Setup ondersteunen, kunt u Wi-Fi Protected
Setup gebruiken.
Configuration View (Configuratieweergave) Selecteer
Manual (Handmatig) om uw draadloze netwerken
handmatig te configureren. Ga naar het gedeelte
Manual Setup (Handmatige configuratie). Selecteer Wi-Fi
Protected Setup als u Wi-Fi Protected Setup wilt
gebruiken. Ga naar “Wi-Fi Protected Setup”, pagina 11.
Handmatige configuratie
Als u Configuration View (Configuratieweergave) instelt op
Manual (Handmatig), worden in het scherm Basic Wireless
Settings (Standaardinstellingen WLAN) de volgende
velden weergegeven.
Wireless (WLAN)> Basic Wireless Settings (Standaardinstellingen
WLAN), handmatig instellen
Network Mode (Netwerkmodus) In dit vervolgkeuzemenu
kunt u de draadloze standaarden voor uw netwerk(en)
selecteren.
• Mixed (Gemengd) Als u binnen het netwerk beschikt
over Wireless-N, Wireless-G en Wireless-B apparatuur,
houdt u de standaardinstelling Mixed (Gemengd) aan.
• BG-Mixed (BG-Gemengd) Als u binnen het netwerk
alleen beschikt over Wireless-G en Wireless-B
apparatuur, houdt u de standaardinstelling BG-Mixed
(BG-Gemengd) aan.
• Wireless-N Only (Alleen Wireless-N) Als u alleen
beschikt over Wireless-N apparatuur houdt u
Wireless-N Only (Alleen Wireless-N) aan.
• Wireless-G Only (Alleen Wireless-G) Als u alleen
beschikt over Wireless-G apparatuur houdt u
Wireless-G Only (Alleen Wireless-G) aan.
• Wireless-B Only (Alleen Wireless-B) Als u alleen
beschikt over Wireless-B apparatuur houdt u
Wireless-B Only (Alleen Wireless-B) aan.
• Disabled (Uitgeschakeld) Selecteer Disabled
(Uitgeschakeld) als u geen draadloze apparatuur
binnen het netwerk gebruikt.
OPMERKING: als u niet zeker weet welke
modus u moet gebruiken, hou dan de
standaardinstelling Mixed (Gemengd) aan.
Network Name (SSID) (Netwerknaam (SSID)) De Service
Set Identifier (SSID) is de netwerknaam die door alle
apparaten in een draadloos netwerk wordt gedeeld.
Deze naam is hoofdlettergevoelig en mag maximaal 32
toetsenbordtekens lang zijn. Standaard is dit Ciscoxxxxx
(xxxxx zijn de laatste vijf cijfers van het serienummer
van de router dat u op het productlabel, links op het
onderpaneel van de router, kunt vinden). Met behulp
van de installatiesoftware die u gebruikt om de router
te installeren en uw draadloze netwerk te configureren
verandert u de standaardnetwerknaam in een makkelijk
te onthouden naam.
OPMERKING: als u de fabrieksinstellingen van de
router herstelt (door de knop Reset in te drukken
of het scherm Administration (Administratie) >
Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) te
gebruiken), geldt de standaardnetwerknaam
weer en moet u alle apparaten in uw draadloze
netwerk opnieuw aansluiten.
Channel Width (Kanaalbreedte) De standaardinstelling
is 20 MHz Only (Alleen 20 MHz). Selecteer Auto (20 MHz
or 40 MHz) (Automatisch (20 MHz of 40 MHz)) als u de
router automatisch de kanaalbreedte, 20MHz of 40MHz,
wilt laten bepalen.
Channel (Kanaal) Selecteer het juiste kanaal voor uw
draadloze netwerk. Als u niet zeker weet welk kanaal u
moet selecteren, houdt u de standaardinstelling Auto
(Automatisch) aan.
SSID Broadcast (SSID-broadcast) Als draadloze clients
in het lokale gebied zoeken naar draadloze netwerken
waaraan ze zich kunnen koppelen, detecteren
deze de SSID-broadcast van de router. Gebruik de
standaardinstelling Enabled (Ingeschakeld) als u de
SSID van de router wilt uitzenden. Als u de SSID van de
router niet wilt laten uitzenden, selecteert u Disabled
(Uitgeschakeld).
Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de
wijzigingen door te voeren of klik op Cancel Changes
(Wijzigingen annuleren) om de wijzigingen te annuleren.