Yamaha PM5D-RH V2 Computer Monitor User Manual


 
PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening 113
14
Effecten
10
Druk op de toets [MIX MASTER] in het
gedeelte MIX om deze in te schakelen
(de led brandt).
Als de toets [MIX MASTER] is ingeschakeld, kunt u
de regelaars van het gedeelte MIX gebruiken om de
MIX-kanalen 1–24 te bedienen.
11
Druk op de toets MIX [ON] van het MIX-
kanaal om deze in te schakelen. Gebruik de
MIX-codeur van dat MIX-kanaal om het
masterzendniveau aan te passen van het
signaal dat naar het effect wordt gezonden.
12
Druk op de toets [ON] van FX RTN-kanaal 1
in de FX RTN channel strip om deze in
te schakelen.
13
Gebruik de fader van FX RTN-kanaal 1 om
het effectretourniveau aan te passen.
Tip
U kunt de ingangs-/uitgangsniveaus van het effect bekijken in
de meters weergegeven in de schermen EFFECT PARAM en
EFFECT ASSIGN.
Een intern effect in een kanaal tussenvoegen
U kunt een intern effect tussenvoegen in een kanaal door de ingang/uitgang van het interne effect toe te wijzen aan de insert-
out/insert-in van het gewenste kanaal. Als voorbeeld ziet u hier hoe een effect in een ingangskanaal wordt tussengevoegd.
1
Druk in het gedeelte DISPLAY ACCESS
herhaaldelijk op de toets [EFFECT] om toegang
te krijgen tot het scherm EFFECT PARAM.
2
Klik op de knoppen / links en rechts van
het vak linksboven in het scherm om de
effectmodule te selecteren die u wilt
gebruiken.
3
Klik op de knoppen / links en rechts van
het vak L CH in het gedeelte INPUT om de
insert-out van het kanaal te selecteren waar u
het effect wilt tussenvoegen en druk
vervolgens op de toets [ENTER]. (Als er al een
signaalroute is toegewezen, verschijnt er een
venster waarin u wordt gevraagd de wijziging
van de toewijzing te bevestigen.)
Als u het effect in een stereokanaal (of twee gekoppelde
kanalen) tussenvoegt, gebruikt u het vak R CH om de
insert-out van het andere kanaal op dezelfde manier
toe te wijzen.
4
Klik op de knoppen / links en rechts van
het vak L CH in het gedeelte OUTPUT om de
insert-in te selecteren die is toegewezen aan
de L-effectuitgang.
Als u het effect in een stereokanaal (of twee gekoppelde
kanalen) tussenvoegt, gebruikt u het vak R CH om de
insert-in van het andere kanaal op dezelfde manier toe
te wijzen.
5
Druk herhaaldelijk op de toets INPUT [PATCH]
in het gedeelte DISPLAY ACCESS om toegang
te krijgen tot het scherm INSERT/DIRECT
OUT POINT.
6
Schakel de knop INSERT ON/OFF in voor het
kanaal waar u het effect wilt tussenvoegen.
Hierdoor wordt het effect voor het overeenkomstige
kanaal tussengevoegd.
7
Gebruik de knoppen in het gedeelte INSERT
I/O om het insert-out/in-punt op te geven.
Tip
Raadpleeg het scherm INSERT/DIRECT OUT POINT in het
gedeelte Naslagwerk (
p. 281) voor meer informatie over het
gedeelte INSERT I/O.
8
Schakel de toets [ON] in voor het kanaal waar
u het effect hebt tussengevoegd en gebruik de
fader om het ingangsniveau aan te passen.
9
Ga naar het scherm EFFECT PARAM en sleep
de knop MIX BALANCE om de balans van het
geluidseffect en het originele geluid aan
te passen.
U kunt de ingangs-/uitgangsniveaus van het effect
bekijken in de meters weergegeven in de schermen
EFFECT PARAM en EFFECT ASSIGN.
EFFECT PARAM
Gedeelte OUTPUT
Gedeelte INPUT Knop MIX BALANCE
De effectmodule die u gebruikt
Gedeelte
INSERT I/O
INSERT/DIRECT OUT POINT
Knop INSERT ON/OFF