Yamaha PM5D-RH V2 Computer Monitor User Manual


 
10 Scenegeheugen
88 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening
Items in het gedeelte SCENE MEMORY
In het gedeelte SCENE MEMORY kunt u mixparameters als scenegeheugens opslaan en oproepen. In dit gedeelte worden ook
mute-handelingen voor mute-groepen 1–8 uitgevoerd.
A SCENE MEMORY-toetsen [1][8]
De functie van deze toetsen is afhankelijk van de
selectie van de knoppen DIRECT RECALL en MUTE
MASTER rechtsonder op het display.
Als de knop DIRECT RECALL is ingeschakeld,
functioneren de toetsen SCENE MEMORY [1]–[8] als
Direct Recall-toetsen die meteen de acht scenes
oproepen die aan deze toetsen zijn toegewezen.
Als de knop MUTE MASTER is ingeschakeld,
functioneren de toetsen SCENE MEMORY [1]–[8] als
Mute Master-toetsen waarmee u muting voor mute-
groepen 1–8 kunt in- en uitschakelen.
B [DIRECT RECALL]/[MUTE MASTER]-
indicators
Deze indicators geven de huidige geselecteerde functie
aan van de toetsen SCENE MEMORY [1]–[8] (
1).
C SCENE MEMORY [PREVIEW]-toets
Deze toets selecteert de modus NORMAL of PREVIEW
als u een scene oproept. De modus PREVIEW is
geselecteerd als de toets LED brandt. De modus
NORMAL is geselecteerd als de toets niet brandt. De
bediening is afhankelijk van de geselecteerde modus.
NORMAL-modus
Met deze modus kunt u scenes opslaan en oproepen
zoals gebruikelijk. Als een scene in deze modus
oproept, wordt de huidige scene overschreven door de
instellingen van de nieuwe scene die u hebt
opgeroepen.
PREVIEW-modus
Met deze modus kunt u de instellingen van een scene
bekijken die is opgeslagen in het geheugen zonder dat
de signaalverwerking van de huidige scene hierdoor
wordt beïnvloed. Als u een scene in deze modus
oproept, worden de mixparameterwaarden van deze
scene weergegeven op het paneel van de PM5D, terwijl
de interne signaalverwerking hetzelfde blijft als vóór
het oproepen van de scene.
Als u de paneeltoetsen en codeurs tegelijkertijd bedient,
wijzigt het paneeldisplay, terwijl de interne
signaalverwerking hetzelfde blijft. Indien gewenst, kunt
u de bewerkte inhoud in het gewenste scenenummer of
bibliotheeknummer opslaan.
D Scenenummerindicator
Deze indicator geeft het nummer (000–500) van de
scene weer die u wilt opslaan of oproepen.
E SCENE MEMORY [UNDO]-toets
Met deze toets annuleert u de meest recente
sceneoproephandeling. Als u per ongeluk een
ongewenste scene hebt opgeroepen, kunt u op deze
toets drukken om naar de status vóór het oproepen van
de scene terug te keren.
F SCENE MEMORY [RECALL]-toets
Met deze toets roept u de scene op met het nummer
dat wordt aangegeven door de
scenenummerindicator (
4).
G SCENE MEMORY [π]/[]-toetsen
Met deze toetsen verhoogt of verlaagt u het nummer
dat wordt weergegeven door de scenenummerindicator
(
4). Als echter de knop BLANK SKIP in het scherm
SCENE is ingeschakeld, kunt u alleen nummers
selecteren waarin werkelijk een scene is opgeslagen.
H SCENE MEMORY [STORE]-toets
Met deze toets slaat u de huidige scene op in het
nummer dat wordt aangegeven door de
scenenummerindicator (
4).
4
5
6
3
1
2
8
7
DIRECT RECALL-knop
MUTE MASTER-knop