OUTPUT DCA/GROUP-functie
258 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
• SAMPLE
De vertragingstijd wordt weergegeven als een aantal
samples. Als u de samplefrequentie van de MP5D
wijzigt, verandert het aantal samples ook.
• msec (milliseconde)
De vertragingstijd wordt weergegeven in eenheden van
milliseconden. Als deze knop is ingeschakeld, worden
in de vakken boven en onder de vertragingstijdknop
(
3) dezelfde waarden weergegeven.
• BEAT (tel)
De vertragingstijd wordt weergegeven in eenheden ten
opzichte van de nootlengte (die wordt gezien als 1,0)
die wordt aangegeven met het tempo (BPM) en de
nootwaarde (NOTE).
Om het tempo op te geven kunt u de knoppen /
direct onder de BEAT-knop gebruiken, of herhaaldelijk
op de knop TAP drukken (klikken), of herhaaldelijk op
een door de gebruiker gedefinieerde toets klikken die is
toegewezen aan [TAP TEMPO]-[CURRENT PAGE].
• FRAME
De vertragingstijd wordt weergegeven in eenheden
van frames.
Gebruik de zes knoppen onder de knop FRAME om
het aantal frames per seconde te selecteren.
Tip
• Als u de DELAY SCALE-instelling van het functiescherm
OUTPUT DELAY wijzigt, wordt de DELAY SCALE-instelling
van het functiescherm INPUT DELAY mee gewijzigd.
• De knop TAP van de OUTPUT DELAY-functie is
onafhankelijk van de knop TAP TEMPO van het interne
effect.
• Het aantal frames per seconde is gekoppeld aan het veld
TIME CODE SETUP in het scherm EVENT LIST (SCENE-
functie).
B GANG
Met deze knop wordt opgegeven of de
vertragingsparameters worden gekoppeld voor
aangrenzende oneven/even genummerde kanalen. Dit
kan onafhankelijk van paren worden opgegeven. Als de
knop GANG is ingeschakeld voor kanalen met
verschillende vertragingstijden en u draait aan de
vertragingstijdknop (
3), worden de vertragingstijden
van beide kanalen gewijzigd maar blijft het verschil
tussen de vertragingstijden behouden.
C Knop voor vertragingstijd
Met deze knop wordt de vertragingstijd van elk kanaal
ingesteld. In het vak onder de knop wordt de
vertragingstijd weergegeven in de eenheden die u hebt
geselecteerd in (
1). In het vak boven de knop wordt
altijd de vertragingstijd in eenheden van een
milliseconde weergegeven.
D DELAY ON/OFF
Met deze knop schakelt u de vertraging in/uit.
Dit wordt gekoppeld voor gepaarde kanalen.
E Channel
Dit is het nummer en de naam van het kanaal dat u
bewerkt. Twee gepaarde kanalen worden aangegeven
met een hartsymbool er tussenin. U kunt op dit
symbool klikken om paren in of uit te schakelen.
OUTPUT DCA/GROUP-
functie
Hier kunt u de uitgangskanalen opgeven die worden
toegewezen aan DCA-groepen 7/8. U kunt DCA-faders 7/8
gebruiken om de niveaus van uitgangskanalen die bij
dezelfde DCA-groep horen, uniform aan te passen.
A DCA-groep
Dit is het nummer van de DCA-groep. Het nummer
dat overeenkomt met het raster waar de cursor zich
bevindt, wordt gemarkeerd.
B Naam
Dit is de naam van de DCA-groep. U kunt ook op dit
gebied klikken om de naam te bewerken.
C Raster
In dit raster kunt u uitgangskanalen (horizontale rijen)
toewijzen aan DCA-groepen (verticale kolommen).
Momenteel gepatchte rasters worden aangegeven met
een symbool. Verplaats de cursor naar het gewenste
raster en druk op de [ENTER]-toets (of klik) om de
toewijzing in te stellen/uit te schakelen.
Tip
• U kunt ook een uitgangskanaal toewijzen aan beide DCA-
groepen voor meervoudige DCA-bediening.
• DCA-groepen 1–6 zijn alleen voor ingangskanalen, maar
DCA-groepen 7/8 kunnen met zowel ingangskanalen als
uitgangskanalen worden gebruikt. Met DCA-groepen 7/8
kunt u beide kanaaltypen in de identiek genummerde groep
gebruiken.
2
3
4
5
DCA GROUP ASSIGN-scherm
DCA GROUP ASSIGN
213