Yamaha PM5D Computer Monitor User Manual


 
PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening 137
16
Afstandsbesturing
USER DEFINED KEYS
Gebruik van een door de gebruiker gedefinieerde toets op
de PM5D is de trigger voor het uitvoeren van een signaal
via de GPI OUT-poort.
Om de instelling te bewerken, klik op de knop aan de
linkerkant om het venster GPI OUT PORT ASSIGN te
openen, selecteer uit de lijst de door de gebruiker
gedefinieerde bank (A–D) en nummer (1–25) en kies de
triggermodus (hoe de trigger reageert als op de toets wordt
gedrukt). U kunt één van de volgende triggermodi
selecteren.
LATCH
Wissel tussen actief en niet actief elke keer dat op de
toets wordt gedrukt.
UNLATCH
Alleen actief terwijl op de toets wordt gedrukt.
De volgende afbeelding toont hoe het uitgangssignaal
van de GPI OUT-poort wijzigt als u een door de
gebruiker gedefinieerde toets gebruikt in elk van de
triggermodi. (Deze afbeelding toont de werking als
is geselecteerd als de POLARITY van de GPI OUT-
poort. Als POLARITY is, is de polariteit van het
uitgangssignaal het omgekeerde.)
TALLY (overig)
Andere handelingen op de PM5D zijn de trigger voor het
uitvoeren van een signaal via de GPI OUT-poort. Als de
overeenkomstige handeling op de PM5D wordt
uitgevoerd, wordt er een besturingssignaal uitgevoerd.
Dit besturingssignaal wordt vastgehouden totdat u
bovenstaande handeling stopt (of totdat de GPI OUT-
poort een andere trigger ontvangt).
Om de instellingen te bewerken, klikt u op de knop aan
de linkerkant om het venster GPI OUT PORT ASSIGN te
openen en een van de volgende functies te selecteren.
5
Bepaal op dezelfde manier de instellingen
voor andere GPI IN-poorten.
Met deze instellingen voert de uitvoering van een
handeling die is toegewezen aan de GPI OUT-poort
een besturingssignaal uit volgens de instelling
POLARITY.
U kunt de TEST-toetsen in het gedeelte GPI OUT
gebruiken om de werking van de GPI OUT-poorten te
controleren. Als een TEST-toets is ingeschakeld, wordt
de overeenkomstige GPI OUT-poort geactiveerd en
wordt een besturingssignaal uitgevoerd.
De statuskolom GPI OUT geeft de status van het
uitgangssignaal van de overeenkomstige poort aan.
De tekens L/H geven het lage of hoge niveau van het
signaal aan. De achtergrondkleur is geel indien actief en
grijs indien niet actief.
LATCH
UNLATCH
Functie PM5D-handeling
NO ASSIGN Geen toewijzing
POWER ON De PM5D is ingeschakeld
SOLO ON De toets [SOLO] is ingeschakeld
GPI IN 1
FUNCTION
De functie die toegewezen is aan GPI IN-poort
1 wordt geactiveerd
GPI IN 2
FUNCTION
De functie die toegewezen is aan GPI IN-poort
2 wordt geactiveerd
GPI IN 3
FUNCTION
De functie die toegewezen is aan GPI IN-poort
3 wordt geactiveerd
GPI IN 4
FUNCTION
De functie die toegewezen is aan GPI IN-poort
4 wordt geactiveerd
PREVIEW ON
De toets [PREVIEW] van het gedeelte SCENE
MEMORY is ingeschakeld
CUE ON
[INPUT ONLY]
De toets [CUE] van het ingangskanaal is
ingeschakeld
CUE ON
[DCA ONLY]
De toets DCA [CUE] is ingeschakeld
CUE ON
[OUTPUT
ONLY]
De toets [CUE] van het uitgangskanaal is
ingeschakeld
CUE ON Een [CUE]-toets is ingeschakeld