PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening 153
19
Andere functies
Cascadeverbindingen gebruiken
U kunt bussen delen via cascadeverbinding van een PM5D en een DSP5D, meerdere PM5D-apparaten (maximum vier) of
een PM5D met een externe mixer (Yamaha DM2000/02R96, enz.). Wanneer meerdere PM5D/DSP5D-apparaten in
cascadeverbinding staan, kunnen ook handelingen als een scene opslaan/terugroepen, cue/solo en dimmer worden gekoppeld.
Er kunnen tot twee DSP5D-apparaten in
cascadeverbinding staan met één PM5D. U kunt ook een
langeafstandsrouting gebruiken via Ethernet-kabel met
behulp van een digitaal kabelapparaat DCU5D. Raadpleeg
p. 31 voor meer informatie.
Hieronder vindt u uitleg over cascadeverbindingen en de
werking aan de hand van een voorbeeld waarbij twee
PM5D-apparaten in cascadeverbinding staan.
Verbind de CASCADE IN-aansluitingen en de CASCADE
OUT-aansluitingen van de twee apparaten met elkaar om
twee PM5D-apparaten in cascadeverbinding te plaatsen.
Dit laat toe dat de uitgangssignalen van de MIX-bus,
STEREO-bus en CUE-bus tussen de twee apparaten
worden ontvangen en verzonden.
Als u handelingen als een scene opslaan/terugroepen en
cue/solo wilt koppelen tussen de twee PM5D-apparaten,
stelt u één apparaat in als cascade-master en het andere als
cascade-slave. (Deze instelling wordt bepaald in het scherm
MIXER SETUP van de functie SYS/W.CLOCK.) De PM5D
die als cascade-master is ingesteld, voert besturingssignalen
uit via de CASCADE IN-aansluiting. De PM5D die als
cascade-slave is ingesteld ontvangt deze signalen via de
CASCADE OUT-aansluiting.
Tip
• Als u twee tot vier PM5D-apparaten in een ringnetwerk wilt
plaatsen (d.w.z. verbind de CASCADE OUT van het eerste
apparaat
→
de CASCADE IN van het tweede apparaat en
de CASCADE OUT van het tweede apparaat
→
de
CASCADE IN van het derde apparaat. Maximum vier
apparaten kunnen worden aangesloten.) moet u de PM5D
die de laatste schakel van de keten vormt (de PM5D die
alleen via de CASCADE IN-aansluiting is aangesloten) als
cascade-master instellen en de resterende PM5D-apparaten
als cascade-slaves (
➥
p. 226).
• Als u een PM5D in cascadeverbinding wilt plaatsen met een
Yamaha DM2000 of 02R96, sluit u de CASCADE OUT-
aansluiting van de DM2000/02R96 aan op de CASCADE IN-
aansluitingen van de PM5D. In dit geval is het echter niet
mogelijk om handelingen te koppelen.
• Als u de PM5D in cascadeverbinding met een andere
externe mixer wilt plaatsen, gebruikt u de I/O-kaarten die in
sleuven 1–4 zijn geïnstalleerd voor het verzenden en
ontvangen van audiosignalen (
➥
p. 224).
Bij cascadeverbinding van de PM5D en DSP5D moet u een
uniek ID-nummer bepalen voor elke machine (PM5D en
DSP5D). Stel het ID-nummer van de machine in op #1
(PM5D), #2 (eerste DSP5D-apparaat) en #3 (tweede
DSP5D-apparaat).
Opmerking
• Het ID-nummer van de PM5D ligt vast op #1, dus dit hoeft u
niet in te stellen.
• De mogelijkheid om de DSP5D op ID-nummer #1 in te
stellen, dient voor gebruik in een systeem dat geen PM5D
bevat.
❏ Instellingen bepalen op de DSP5D zelf
1
Schakel de DSP5D in en druk op de
modusschakelaar op het achterpaneel.
2
Tussen één en drie van de IN/OUT [TX]/[RX]-
leds op het voorpaneel lichten op,
overeenkomstig met het ID-nummer van de
machine (1–3).
Eén led (OUT [TX]) licht op om de selectie van
machine #1 (een systeem met alleen de DSP5D) aan te
duiden, twee leds (OUT [TX]/[RX]) lichten op om de
selectie van machine #2 aan te duiden (het eerste
DSP5D-apparaat) en drie leds (OUT [TX][RX]
IN[TX]) lichten op om de selectie van machine #3 aan
te duiden (het tweede DSP5D-apparaat).
Voorbeeld van cascadeverbindingen
tussen de PM5D en DSP5D
Stage
FoH
DSP5D DSP5D
DCU5D
POWER
CASCADE
CASCADE
OUT
OUT
OUT
IN
IN
IN
IN
OUT
IN
CASCADE IN CASCADE IN
Ethernet CAT5
Ethernet
CAT5
OUT
PM5D
Voorbeeld van cascadeverbindingen
tussen PM5D-apparaten
PM5D A
CASCADE
IN
CASCADE
OUT
CASCADE
IN
CASCADE
OUT
PM5D B
Audio signalen
van apparaten
A+B
Audio
signalen van
apparaten
A+B
(cascade-master) (cascade-slave)
Het ID-nummer van de DSP5D
bepalen
FAN
HIGH LOW
POWER
FAN
HIGH LOW
POWER
Modusschakelaar