INPUT VIEW-functie
312 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
C ATT (attenuation, verzwakking)
In dit gebied worden de instellingen voor demping en
ø (fase) weergegeven. Vanuit dit scherm kunt u ook de
demping aanpassen en de fase wisselen.
D EQ
Raadpleeg de uitleg van het scherm CH VIEW van de
OUTPUT VIEW-functie (➥ p. 270).
E GATE
In dit gebied worden de hoeveelheid
versterkingsreductie en het uitgangsniveau van de gate,
een minidiagram met bij benadering de respons van de
gate en de aan/uit-status van de gate weergegeven.
U kunt vanuit dit scherm ook de gate in-/uitschakelen.
Als u op het minidiagram klikt, wordt het GATE
PARAM-scherm voor dat kanaal weergegeven.
F COMP (Compressor)
Raadpleeg de uitleg van het scherm CH VIEW van de
OUTPUT VIEW-functie (➥ p. 270).
G DELAY
In dit gebied kunt u de vertragingstijd van de interne
vertraging en de aan/uit-status ervan weergeven en
bewerken.
H TO MIX
In dit gebied kunt u het verzendniveau, de
uitgangspositie en de aan/uit-status opgeven van de
signalen die vanuit het overeenkomstige ingangskanaal
worden verzonden naar MIX-bussen 1–24. (De
werking is hetzelfde als in het gebied TO MATRIX van
het CH VIEW-scherm van de OUTPUT VIEW-
functie). Zie p. 270.
I TO STEREO
Hier kunt u de aan/uit-status, pan en FOLLOW PAN-
instellingen opgegeven van het signaal dat vanuit het
overeenkomstige ingangskanaal wordt verzonden naar
de STEREO-bus.
J DCA-groep / Mute-groep
K Recall safe / Mute safe
Raadpleeg de uitleg van het scherm CH VIEW van de
OUTPUT VIEW-functie (➥ p. 271).
L DIRECT
Hiermee schakelt u rechtstreekse uitvoer in/uit voor
het overeenkomstige ingangskanaal.
M INSERT
Hiermee schakelt u insert in/uit voor het
overeenkomstige ingangskanaal.
N SURROUND (Surround pan)
Als de surround-modus is ingeschakeld, wordt de
surrond-panpositie van het overeenkomstige
ingangskanaal aangegeven met het symbool O in het
surround-panraster en ook als een voor/achter/links/
rechts-coördinaatpositie. Als u op het surround-
panraster klikt, wordt het SURR PARAM-scherm voor
dat kanaal weergegeven.
O LCR
Hier kunt u de LCR-modus in/uit-schakelen en de CSR
aanpassen (het niveau van het CENTER-kanaal ten
opzichte van de L/R-kanalen) (➥ p. 267).
P LIBRARY
Met deze knop opent u het INPUT CH LIBRARY-
scherm (➥ p. 316), waarin u bibliotheekinstellingen
voor ingangskanalen kunt opslaan/oproepen.
Q Niveaumeter
Met deze niveaumeter wordt het ingangsniveau van het
kanaal aangegeven.
R Signaaldetectiepunt
Dit is het punt waarop het signaalniveau wordt
gedetecteerd at wordt weergegeven in de niveaumeter
(
Q) (PRE ATT, PRE GATE, PRE FADER, POST
FADER of POST ON). U kunt deze instelling bewerken
door op de knoppen / links en rechts te klikken.
S Fader
Hiermee regelt u het ingangsniveau van het kanaal.
T CUE
U ON/OFF (Channel on/off)
Raadpleeg de uitleg van het scherm CH VIEW van de
OUTPUT VIEW-functie (➥ p. 271).
7
9
8
K
J
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U