13
Deel1
GIDS VOOR SNEL STARTEN
Deel2 Deel3
PROGRAMMEREN VAN
BASISFUNCTIES
U moet bepaalde vereiste instellingen programmeren zodat de kassa naar uw behoeften en verkopen
functioneert alvorens het invoeren van verkopen te starten.
Deze gebruiksaanwijzing heeft drie gedeelten: PROGRAMMEREN VAN BASISFUNCTIES (bladzijden 13-23),
dat de onderdelen beschrijft die geprogrammeerd moeten worden; PROGRAMMEREN VAN EXTRA
FUNCTIES (bladzijden 45-51), waarmee u kunt programmeren voor een handiger gebruik van de toetsen op het
toetsenbord; en PROGRAMMEREN VAN GEAVANCEERDE FUNCTIES (bladzijden 52-66), waarmee u diverse
optionele functies kunt programmeren. Zoek de voor u benodigde functies en programmeer de vereiste
gegevens.
Afd. (Dept.): Afdeling (Department); een categorie voor het classificeren van artikelen. Ieder artikel moet tot
een afdeling behoren.
PLU: Price Look Up, oftewel prijs-opzoeken; een categorie voor het classificeren van artikelen. PLU’s
worden gebruikt voor het oproepen van vooraf-ingestelde prijzen door een code in te voeren.
BTW (VAT): Belasting toegevoegde waarde (Value Added Tax).
X-overzicht: Overzicht voor het lezen van verkoopdata.
Z-overzicht: Overzicht voor het lezen en terugstellen van verkoopdata.
Procedure voor programmeren
1.
Controleer dat een papierrol in de kassa is geplaatst. Plaats een nieuwe rol indien er niet genoeg papier op
een rol is (zie “Vervangen van de papierrol” op bladzijde 76 voor het vervangen).
2. Steek de manager-sleutel in de functieschakelaar en draai naar de PGM stand.
3. Programmeer de vereiste onderdelen en gegevens in de kassa.
Na het programmeren van een onderdeel, drukt de kassa de gemaakte instelling
af. Controleer aan de hand van de gegeven afdrukvoorbeelden in de betreffende
gedeeltes.
4. Druk indien nodig programmeerrapporten ter referentie af.
• Op de voorbeelden voor toetsbedieningen bij de beschrijvingen voor het programmeren, tonen
nummers als “22102007” de parameter die moet worden ingevoerd met gebruik van de
overeenkomende cijfertoetsen.
• Sterretjes in de tabels bij de beschrijvingen voor het programmeren, tonen de fabrieksinstellingen
die bij het verlaten van de fabriek zijn geactiveerd.
Beschrijving van speciale toetsen
0
,
1
t/m
9
Cijfertoetsen Gebruik voor het invoeren van cijfers.
:
Dubbele nul toets Gebruik voor het invoeren van parameters en tekencodes.
l
Wistoets Gebruik voor het wissen van een invoer.
P
Punt-toets Gebruik voor het invoeren van de decimale punt en als rechter-
cursortoets (naar rechts verplaatsen).
@
Vermenigvuldig-toets Gebruik als linker-cursortoets (naar links verplaatsen).
s
Subtotaal-toets Gebruik voor het bevestigen van ingevoerde data.
A
Voltooi-toets Gebruik voor het voltooien van het programmeren.
STAP
4
1
Afkortingen en termen
2
Alvorens te programmeren
REG
OPX/Z
MGR
PGM
X1/Z1
X2/Z2
A113_1(Ne) 06.9.12 10:07 AM Page 13