MGE UPS Systems Galaxy 3000 Power Supply User Manual


 
51030375NL/CB - Pagina 3
Veiligheid
Veiligheidsregels
De UPS moet worden geïnstalleerd in een ruimte die beperkt toegankelijk is (alleen geautoriseerd personeel, volgens norm
EN50091-1-2).
De UPS heeft zijn eigen interne energiebron (batterij). De uitgangen van de UPS kunnen dus onder spanning staan, zelfs
als hij niet op de netspanning is aangesloten.
Gevaarlijke spanning aanwezig binnen de UPS. Alleen te openen door gekwalificeerd personeel.
De UPS moet verplicht geaard worden.
De bij de UPS geleverde batterij bevat een geringe hoeveelheid giftige stoffen.
Om ongevallen te voorkomen moeten de volgende regels strikt inachtgenomen worden:
Laat de UPS niet functioneren als de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid buiten de gespecificeerde
grenzen vallen.
Gooi de batterij niet in vuur (explosiegevaar).
Probeer niet de batterij te openen (batterijvloeistof gevaarlijk voor ogen en huid).
De afvalverwerking dient strikt volgens de geldende wet- en regelgeving te geschieden.
Vermijd contact van de warmtegeleidende vloeistof met ogen en huid. Zonodig spoelen met schoon water.
Veiligheid van het product
Stroomopwaarts van de UPS moet een gemakkelijk toegankelijke beveiliging (beveiligingsschakelaar) geïnstalleerd
worden.
Plaats de UPS niet in de buurt van vloeistoffen of in een te vochtige omgeving.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen of voorwerpen in het apparaat kunnen binnendringen.
Zorg ervoor dat de ventilatieroosters van de UPS niet verstopt of afgedekt zijn.
Plaats de UPS niet in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen
Neem strikt de in de gebruikershandleiding beschreven aansluitinstructies in acht.
Controleer de specificaties op het typeplaatje: deze moeten overeenkomen met uw netstroomcircuit en het werkelijke
stroomverbruik van de gezamenlijke aangesloten apparatuur.
Indien de UPS voor gebruik opgeslagen wordt, moet hij in een vochtvrije ruimte worden geplaatst.
Uiterste opslagtemperaturen: -10°C tot +45°C.
Indien de UPS voor langere tijd buiten spanning blijft, moet het systeem één keer per maand gedurende 24 uur onder
spanning worden gebracht om de batterij op te laden, omdat anders de batterij onherstelbaar beschadigd raakt.
De UPS is ontworpen voor normaal gebruik in de in het hoofdstuk “bijlagen” gespecificeerde omgevings- en
klimaatomstandigheden: hoogteligging, omgevingstemperatuur, relatieve luchtvochtigheid, transport- en
opslagomstandigheden.
Het gebruik van de UPS binnen de gespecificeerde grenzen garandeert de goede werking, maar kan de levensduur van
bepaalde onderdelen negatief beïnvloeden, met name de levensduur en autonomieduur van de batterij. De opslagduur van
de UPS is beperkt omdat de interne batterij regelmatig opgeladen moet worden.
Bij bijzondere gebruiksomstandigheden kunnen een speciaal ontwerp of speciale beschermingsmaatregelen vereist zijn:
- schadelijke rook, stof, schurend stof,
- vochtigheid, stoom, zilte lucht, slechte weersomstandigheden of druipwater,
- explosief mengsel van stof en gas,
- extreme temperatuurschommelingen,
- slechte ventilatie,
- warmtegeleiding of warmtestraling vanuit andere bronnen,
- zuur of vuil bevattend koelwater dat aanslag, modder, elektrolyse of corrosie kan veroorzaken op onderdelen van de
omzetter die met het water in aanraking komen,
- sterke elektromagnetische velden,
- radioactiviteitniveau hoger dan in de natuurlijke omgeving,
- schimmels, insecten, ongedierte, enz.
- gebruiksomstandigheden van de batterij.
De UPS mag alleen worden geïnstalleerd:
volgens de regels van HD 384.4.42 S1/A2 - Hoofdstuk 42: beveiliging tegen warmte-invloeden.
en volgens IEC-norm 60364-4-482 - Hoofdstuk 482: beveiliging tegen brand.
Veiligheid van personen