51030375NL/CB - Pagina 35
4.2 Opnieuw inschakelen van een enkele UPS
1 - Zet de netschakelaar 18 (Q1) op ON.
2 - Wacht 10 s totdat de circuits geïnitialiseerd zijn.
3 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op ON (of verzet in voorkomend
geval de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten):
De UPS is automatisch ingeschakeld.
LED 34 brandt.
De verbruiker wordt beveiligd door de UPS.
Als LED 34 uit blijft: druk op de aan-knop 37 (het apparaat staat nu
in handmatige inschakelfunctie) en bevestig indien noodzakelijk met
functietoets 32 .
Als LED 34 nog steeds uit blijft en één van de LED’s 35 of 36
brandt: er is een storing opgetreden (zie §5.1).
4.1 Uitschakelen van een enkele UPS
Het uitschakelen van de UPS moet geactiveerd zijn.
1 - Druk op knop 38 .
2 - Bevestig met functietoets 32 .
De verbruiker wordt niet meer door de UPS beveiligd en krijgt
energie van het AC-BYPASS-circuit.
3 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op OFF (of verzet de
batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten indien aanwezig).
4 - Zet de ingangsschakelaar 18 (Q1) op OFF.
?
38
32
Controleer of de bypass-schakelaar 22 op NORMAAL staat. Zo ja, ga dan door met de procedure. Zo nee, ga
naar paragraaf 5.4 "Terug naar NORMAAL-stand, Enkele UPS".
4. Gebruik
De batterij’s worden niet meer opgeladen.
Alle handelingen met betrekking tot het opstarten van de apparatuur (ook de batterijkast) moeten van tevoren
volgens de geldende normen en eisen door gekwalificeerd bevoegd personeel zijn uitgevoerd.
18
19
18
19
22
?
32
36
37
35
34