PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 167
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
E MIX BALANCE
Past de balans aan van het effectgeluid ten opzichte van
het oorspronkelijke geluid.
Bij 0 (%) wordt alleen het oorspronkelijke geluid
uitgevoerd en bij 100 (%) alleen het effectgeluid.
F BYPASS
Met deze knop wordt het effect tijdelijk genegeerd.
G CUE
Met deze knop wordt de uitvoer van het in het scherm
weergegeven effect met cues gecontroleerd. Cue wordt
automatisch uitgeschakeld als u naar een ander scherm
schakelt. (Cue wordt echter aangehouden als u naar het
scherm EFFECT ASSIGN schakelt.)
H Uitgangsmeter
Geeft het niveau aan van het signaal dat wordt
uitgevoerd uit het effect.
I Output patch
In dit vak kunt u de signaalbaan selecteren die naar de
L/R-uitgangskanalen van het interne effect wordt
gepatcht. De selectiemethode is hetzelfde als voor Input
Patch. U kunt de volgende signaalbanen kiezen.
Opmerking
Zelfs als u meerdere kanalen hebt gepatcht in het scherm
INSERT PATCH van de functie INPUT PATCH/OUTPUT
PATCH, wordt patching naar andere kanalen uitgeschakeld
als u de ingangs-/uitgangspatch in dit scherm wijzigt.
J LIBRARY
Met deze knop hebt u toegang tot het scherm EFFECT
LIBRARY voor het momenteel geselecteerde effect.
K TEMPO-parameter
Als een effect van het vertragingstype of modulatietype
is geselecteerd, wordt hier de tempoparameter
weergegeven. Met de parameter TEMPO worden de
tijdgerelateerde parameters opgegeven in eenheden van
BPM (Beats Per Minute). Voor een effect van het
vertragingstype wordt de DELAY (vertragingstijd)
ingesteld, en voor een effect van het modulatietype de
FREQ. (modulatiefrequentie).
Opmerking
Voor sommige effecttypen wordt in plaats van de parameter
TEMPO mogelijk een parameter weergegeven die uniek is
voor het effect. Als bijvoorbeeld FREEZE is geselecteerd als
effecttype, wordt een knop voor het opnemen/afspelen van
het ingangssignaal weergegeven.
De BPM-waarde kan worden bewerkt met de knop op
het scherm of door herhaaldelijk op de knop TAP
TEMPO te klikken. (In dit geval wordt het gemiddelde
interval tussen de klikken bepaald. Als de gemiddelde
waarde meer of minder is dan 20–300 BPM, is de
functie niet van toepassing.)
Als de knop MIDI CLK is ingeschakeld, wordt de
parameter TEMPO gesynchroniseerd met de MIDI-
timingklok die wordt ontvangen van de MIDI-poort.
L Effectparameters
In dit gebied worden parameters weergegeven voor het
momenteel geselecteerde effecttype.
CH1–CH48 Ingangskanaal 1–48 ingang
STIN1–STIN4 (L/R)
ST IN-kanaal 1–4 (L/R)
ingang
FXRTN1–FXRTN4 (L/R) FX RTN-kanaal 1–4 ingang
INS CH1–INS CH48 Ingangskanaal 1–48 insert in
INS ST1 (L/R)–INS ST4
(L/R)
ST IN-kanaal 1–4 (L/R)
insert in
INS MIX1–INS MIX24 MIX-kanaal 1–24 insert in
INS MTRX1–INS MTRX8 MATRIX-kanaal 1–8 insert in
INS ST A (L/R)
STEREO A-kanaal (L/R)
insert in
INS ST B (L/R)
STEREO B-kanaal (L/R)
insert in
INS MON (L/R/C)
(alleen PM5D)
MONITOR-kanaal (L/R/C)
insert in
J8 9
5
6
7
K L
ab c
Eerste tik Tweede tik Derde tik Vierde tik
Het gemiddelde van de intervallen wordt ingevoerd
als de parameterwaarde (gemiddelde van a, b en c)