PAN/ROUTING-functie
306 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
B SEND LEVEL, PRE/POST (Verzendniveau /
Verzendpunt)
Selecteert één van de volgende twee parameters voor
weergave in het raster.
❏ Als de knop SEND LEVEL is ingeschakeld
De verzendniveaus van de signalen die worden
gezonden van ingangskanalen naar MIX-BUSSEN
worden in het raster weergegeven als staafdiagrammen.
Afgezien van het feit dat de verzendbronnen
ingangskanalen zijn en de verzendbestemmingen MIX-
aansluitingen, is de staafdiagramweergave dezelfde als
in het scherm MIX to MATRIX VIEW (MATRIX/ST-
functie) (➥ p. 264).
Afhankelijk van de verzendlocatie van het signaal dat
naar de MIX-bus wordt verzonden, worden de
volgende kleuren gebruikt voor het staafdiagram.
(groen) . . . PRE EQ (onmiddellijk vóór
de EQ)
(geel) . . . . . PRE FADER (onmiddellijk vóór
de fader)
(blauw) . . . POST ON (onmiddellijk na de
[ON]-toets) of POST TO ST
(onmiddellijk na de [TO ST]-
toets)
Als u het verzendniveau van een signaal wilt bewerken,
verplaatst u de cursor naar het raster op het punt waar
het gewenste signaal en de MIX-bus elkaar doorsnijden
en schakelt u de [DATA]-encoder in. Als u een MIX-
verzending in/uit wilt schakelen, klikt u in het raster op
het punt waar het gewenste kanaal en de MIX-bus
elkaar doorsnijden.
Als de knop SEND LEVEL is ingeschakeld, kunt u een
gewenst raster selecteren en de verzendniveauwaarde
(pan) ervan kopiëren naar andere kanalen
(in horizontale richting) of naar andere MIX-bussen
(in verticale richting), of alle rasters tegelijk in-
of uitschakelen.
Verplaats hiervoor de cursor naar het gewenste raster
en houd vervolgens de [SHIFT]-toets ingedrukt terwijl
u op de [ENTER]-toets drukt. (U kunt ook de
[SHIFT]-toets ingedrukt houden terwijl u op het
gewenste raster klikt.) Als een van de volgende vensters
wordt weergegeven, selecteert u een van de volgende
kopieeropties en klikt u op de knop OK.
LEVEL COPY [ALL MIX ]
Hiermee kopieert u de verzendniveauwaarde (pan)
van het geselecteerde raster naar alle MIX-bussen.
LEVEL COPY [ALL CH ]
Hiermee kopieert u de verzendniveauwaarde (pan)
van het geselecteerde raster naar alle ingangskanalen.
LEVEL COPY [ALL CH x ALL MIX]
Hiermee kopieert u de verzendniveauwaarde (pan)
van het geselecteerde raster naar alle ingangskanalen /
alle MIX-bussen.
ALL OFF [ALL MIX ]
Hiermee schakelt u de signalen uit die vanuit het
specifieke ingangskanaal worden verzonden naar alle
MIX-bussen.
ALL ON [ALL MIX ]
Hiermee schakelt u de signalen in die vanuit het
specifieke ingangskanaal worden verzonden naar alle
MIX-bussen.
ALL OFF [ALL CH ]
Hiermee schakelt u de signalen uit die vanuit alle
ingangskanalen worden verzonden naar de specifieke
MIX-bus.
ALL ON [ALL CH ]
Hiermee schakelt u de signalen in die vanuit alle
ingangskanalen worden verzonden naar de specifieke
MIX-bus.
ALL OFF [ALL CH x ALL MIX]
Hiermee schakelt u de signalen uit die vanuit alle
ingangskanalen worden verzonden naar alle MIX-
bussen.
ALL ON [ALL CH x ALL MIX]
Hiermee schakelt u de signalen in die vanuit alle
ingangskanalen worden verzonden naar alle MIX-
bussen.
❏ Als de knop PRE/POST is ingeschakeld
In dit scherm worden de verzendposities weergegeven
van de signalen die vanuit de ingangskanalen naar de
MIX-bussen worden verzonden.
De indicatie heeft de volgende betekenis.
(groen) . . PRE EQ (onmiddellijk vóór
de EQ)
(geel) . . . . PRE FADER (onmiddellijk vóór
de fader)
(grijs) . . . . POST ON (onmiddellijk na de
[ON]-toets)
(rood) . . . POST TO ST (onmiddellijk na
de [TO ST]-toets)
Als u de verzendpositie van een signaal wilt wijzigen,
verplaatst u de cursor naar het raster op het punt waar
het gewenste signaal en de MIX-bus elkaar doorsnijden
en drukt u op de [ENTER]-toets, of klikt u, of draait u
aan de [DATA]-encoder.
Als de knop PRE/POST is ingeschakeld, kunnen de
verzendposities voor alle rasterlocaties tegelijk worden
gewijzigd. Houd hiervoor de [SHIFT]-toets ingedrukt
terwijl u op het gewenste raster klikt. (U kunt ook de
cursor naar het gewenste raster verplaatsen en
vervolgens de [SHIFT]-toets ingedrukt houden terwijl
u op de [ENTER]-toets drukt.) Als een van de volgende
vensters wordt weergegeven, selecteert u een van de
volgende opties en klikt u op de knop OK.