MIDI REMOTE-functie
200 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk
B Gebied voor selectie van onderdeel
Selecteer uit het type onderdeel dat u in 1 hebt
geselecteerd, het onderdeel dat u wilt regelen.
C MONITOR
Als u op de knop voor het selecteren van de
monitorbron (@) klikt, wordt het venster MONITOR
POINT SELECT weergegeven, waarin u de
monitorbron voor de DME-serie kunt selecteren. Als u
de knop MONITOR inschakelt, wordt de indicator
EXTERNAL CUE in het bovenste gedeelte van de
display ingeschakeld en wordt het monitorsignaal van
de DME-serie naar de CUE-bus van de PM5D
verzonden.
Opmerking
Als u de knop MONITOR wilt inschakelen, moet u eerst
dezelfde poort selecteren voor de monitoruitgang van de
DME-serie en de monitoringang van de PM5D. De
monitoruitgang van het DME-serie-apparaat kan worden
opgegeven in het dialoogvenster "Monitor Out", dat u vanuit
DME Designer kunt openen via het menu [Tools]
→
[Monitor].
De monitoringang van de PM5D-apparaat wordt opgegeven
met MONITOR PORT in het gebied SETUP van het scherm
DME CONTROL.
D SCENE
In dit gebied wordt de scene aangegeven/geselecteerd
die wordt opgeslagen/opgeroepen op het DME-serie-
apparaat. Als u op de knoppen / links en rechts
klikt om een nummer te selecteren, wordt de naam van
die scene weergegeven in het veld rechts.
E STORE/RECALL
Met deze knoppen worden de instellingen van het
DME-serie-apparaat dat wordt bewerkt in het scherm
van de PM5D opgeslagen (overschreven) in de scene
die is geselecteerd in het gebied SCENE, of wordt de in
het gebied SCENE geselecteerde scene opgeroepen in
de DME.
Opmerking
• Als u een DME-scene opslaat vanuit het scherm PM5D,
kunt u alleen opslaan door een bestaande scene op de
DME te overschrijven. U kunt niet de instellingen opslaan als
een nieuwe scene of de scenenaam bewerken.
• Als SETUP is geselecteerd, worden items
3
,
4
en
6
niet
weergegeven.
F Parameterweergavegebied
In dit gebied worden de parameters van de momenteel
geselecteerde component weergegeven. De
weergegeven inhoud is afhankelijk van het onderdeel.
G ASSIGN TO FADERS (DCA-
fadertoewijzingen)
U kunt DCA-faders 1–8 gebruiken om de parameters
te regelen van het onderdeel dat momenteel wordt
weergegeven in het scherm.
Opmerking
De parameters die kunnen worden toegewezen aan DCA-
faders, zijn afhankelijk van het onderdeel. Deze functie is
mogelijk niet beschikbaar voor sommige onderdelen.
❏ De PM5D aansluiten op een DME-serie-
apparaat
Hieronder worden verschillende methoden weergegeven
voor het aansluiten van de PM5D op een DME-serie-
apparaat voor het verzenden en ontvangen van
audiosignalen en controlesignalen.
Opmerking
Als andere tekens dan alfabetische tekens en symbolen
(bijvoorbeeld double-byte tekens zoals Japans) worden
gebruikt op het DME-serie-apparaat in een onderdeelnaam of
scenenaam, worden dergelijke tekens mogelijk niet goed
weergegeven.
1 Bi-directionele aansluiting via CobraNet
Bij deze aansluitingsmethode wordt CobraNet gebruikt
(een indeling voor het verzenden van meerkanaals
audiosignalen en controlesignalen over Ethernet.)
Installeer een MY-16CII CobraNet-kaart in de sleuf van de
PM5D en gebruik een Ethernet-kabel om de kaart aan te
sluiten op de DME-serie. Met deze methode is bi-
directionele overdracht van audiosignalen via één kabel
mogelijk. Er kunnen bijvoorbeeld signalen via de MIX-bus
van de PM5D naar de DME worden verzonden voor
verwerking, en vervolgens worden geretourneerd naar een
ingangskanaal van de PM5D.
Opmerking
U kunt de AVY16-ES EtherSound-kaart van AuviTran niet
gebruiken om de DME-serie te regelen vanaf de PM5D.
2 Bi-directionele aansluiting met de CASCADE IN/
OUT-connectors (alleen DME64N)
Bij deze aansluitmethode worden de CASCADE IN-
connector en CASCADE OUT-connector van de PM5D en
de DME64N op elkaar aangesloten, waardoor bi-
directionele overdracht van audiosignalen mogelijk is.
PM5D
CobraNet-
connector
DME-serie
CobraNet-
kaart
Slot
DME64N
PM5D
CASCADE
OUT-connector
CASCADE
OUT-connector
CASCADE
IN-connector
CASCADE
IN-connector