6 Bewerkingen met uitgangskanalen
58 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening
Tip
Het detectiepunt (meetpunt) van de signaalniveaus dat wordt
weergegeven door de meters, kan worden gewijzigd indien
gewenst. Zie p. 109 voor meer informatie.
❏ Signalen van MIX-kanalen naar MATRIX-
bussen versturen
U kunt als volgt een signaal dat wordt verzonden van
een ingangskanaal naar een MIX-bus, naar een
MATRIX-bus uitvoeren. Dit kan ofwel door het
zendniveau op te geven dat wordt verzonden van alle
MIX-kanalen naar een bepaalde MATRIX-bus, ofwel
door het zendniveau op te geven dat wordt verzonden
van een bepaald MIX-kanaal naar alle MATRIX-bussen.
Signalen van alle MIX-kanalen naar een
bepaalde MATRIX-bus versturen
1
Zorg ervoor dat er geschikte signalen van
ingangskanalen naar de MIX-bussen worden
verzonden.
2
Druk in het gedeelte DISPLAY ACCESS
herhaaldelijk op de toets [MATRIX/ST] om
toegang te krijgen tot het scherm MATRIX/ST
ROUTING dat hieronder is afgebeeld.
3
Gebruik de linker- of rechterschuifbalk om het
MIX-kanaal weer te geven dat u naar de
MATRIX-bus wilt zenden en klik op de knop
MIX TO MATRIX ON/OFF om deze in te
schakelen.
Het signaal van het overeenkomstige MIX-kanaal
wordt nu naar de MATRIX-bus verzonden.
Tip
U kunt de knoppen PRE FADER/POST FADER in het
gedeelte MIX TO MATRIX gebruiken om het zendpunt (pre-
fader/post-fader) van het signaal te wijzigen dat wordt
verzonden van het MIX-kanaal naar de MATRIX-bus.
4
Druk op de toets [MIX MASTER] in het
gedeelte MIX.
5
Houd de toets MATRIX [SEL] ingedrukt om de
zendbestemming van de MATRIX-bus te
selecteren.
Alle MIX [SEL]-toetsen gaan knipperen. Zolang u de
toets MATRIX [SEL] ingedrukt houdt, passen de
MIX-codeurs 1–24 respectievelijk de zendniveaus
aan van de MIX-kanalen aan de huidige
geselecteerde MATRIX-bus.
6
Draai, terwijl u de toets MATRIX [SEL]
ingedrukt houdt, aan de MIX-codeurs 1–24 om
het niveau aan te passen van het signaal dat
wordt verzonden van elk MIX-kanaal naar de
huidig geselecteerde MATRIX-bus.
De leds rond de MIX-codeur geven het niveau bij
benadering aan. Als u de toets MATRIX [SEL] loslaat,
krijgen de codeurs opnieuw hun vorige functie.
Tip
U kunt de codeurs in bovenvermelde status vastzetten door
tweemaal snel op de toets MATRIX [SEL] te drukken. Druk op
een MIX [SEL]-toets of MATRIX [SEL]-toets om naar de
vorige status terug te keren.
Signalen van een bepaald MIX-kanaal naar
alle MATRIX-bussen versturen
1
Maak instellingen zodat er een signaal wordt
verzonden van het gewenste MIX-kanaal naar
een MATRIX-bus zoals beschreven in stap 1–3
van "Signalen van alle MIX-kanalen naar een
bepaalde MATRIX-bus versturen".
2
Druk op de toets [MIX MASTER] in het
gedeelte MIX.
3
Houd de toets MIX [SEL] ingedrukt om de
zendbron van het MIX-kanaal te selecteren.
Alle MATRIX [SEL]-toetsen gaan knipperen. Zolang
u de toets MIX [SEL] ingedrukt houdt, passen de
MATRIX-codeurs 1–8 de zendniveaus aan van het
geselecteerde MIX-kanaal naar elke MATRIX-bus.
4
Draai, terwijl u de toets MIX [SEL] ingedrukt
houdt, aan de MATRIX-codeurs 1–8 om het
niveau aan te passen van het signaal dat wordt
verzonden van het huidige geselecteerde MIX-
kanaal naar de MATRIX-bussen.
De leds rond de MATRIX-codeur geven het zendniveau
bij benadering aan. Als u de toets MIX [SEL] loslaat,
krijgen de codeurs opnieuw hun vorige functie.
MIX-kanalenKnoppen MIX TO
MATRIX ON/OFF
MATRIX/ST ROUTING
Gebruik de codeurs van het gedeelte
MIX om de zendniveaus aan te passen