Yamaha DSP5D Computer Monitor User Manual


 
PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 175
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
SCENE-functie
Hier kunt u scenes opslaan/oproepen.
A Scene lijst
Dit is een lijst van de opgeslagen scenes. Voor elke
scene worden de volgende items weergegeven. (Als u
7 COMMENT en de daaropvolgende items wilt zien,
schuift u de lijst naar rechts.)
B (Scenenummer)
Dit is het scenenummer (0–500). U kunt op dit
pictogram klikken om de sorteervolgorde van de scenes
om te keren.
C TITLE
Dit is de naam die is toegewezen aan elke scene. U kunt
op de knop TITLE klikken om de scenes te sorteren op
volgorde van de titels. Als u op de knop links klikt,
wordt een venster weergegeven waarin u de titel kunt
bewerken.
D (Beveiligen)
Voor elke scene kunt u met deze knop opgeven of de
scene beveiligd en alleen-lezen is.
Symbool Beveiligen (vergrendelen)
De scene kan niet worden overschreven.
Symbool R (alleen-lezen)
Naast de bovenstaande beveiligingsinstelling is het
onmogelijk om de scene te overschrijven door
bijvoorbeeld een bestand te laden. Deze instelling kan
alleen worden gemaakt voor opeenvolgende
scenenummers vanaf scenenummer 000.
Opmerking
Als LINKED LIBRARY PROTECTION is ingeschakeld in het
scherm PREFERENCE 1 van de functie UTILITY, worden
bibliotheken die zijn gekoppeld aan READ ONLY scenes ook
beveiligd, maar ze worden overschreven als er een bestand
wordt geladen.
Geen symbool
De scene is op geen enkele manier beveiligd.
E SEL.RECALL (Selective recall)
Voor elke scene kunt u opgeven of de functie Selective
Recall (selectief oproepen) wordt gebruikt bij het
oproepen van de scene. Als de functie Selective Recall is
ingeschakeld ( p. 180), kunnen scenes waarvoor deze
knop is ingeschakeld alleen specifieke parameters
oproepen. (U kunt ook alleen specifieke parameters
uitsluiten van oproepen.)
Als de scenes zijn gesorteerd op TITLE, wordt er een
vinkje weergegeven voor scenes waarvoor dit is
ingeschakeld. Als de scenes in numerieke volgorde zijn
gesorteerd, wordt een pijl omhoog of omlaag
weergegeven voor scenes waarvoor dit is ingeschakeld.
Hierdoor kunt u gemakkelijk zien wat de
oorspronkelijke scene vóór het selectief oproepen was.
F Bibliotheekkoppeling
In dit gebied worden het nummer en de titel
weergegeven van de INPUT PATCH-bibliotheek, de
OUTPUT PATCH-bibliotheek en de HA-bibliotheek
die door elke scene worden gebruikt. U kunt op de
knop links klikken om een venster te openen waarin
u het gekoppelde bibliotheeknummer kunt wijzigen.
Met de knop LINK voor elke bibliotheek wordt
bepaald of bibliotheekoproepbewerkingen worden
gekoppeld aan sceneoproepbewerkingen.
Als de knop LINK is ingeschakeld (als in deze kolom
"LINK") wordt aangegeven, wordt de bibliotheek van
het overeenkomstige nummer ook opgeroepen als u die
scene oproept. Een bibliotheek waarvoor de knop LINK
is uitgeschakeld, verandert niet als u die scene oproept.
G COMMENT
In deze kolom kunt u een opmerking voor de scene
opgeven of bekijken. Er wordt een tekstinvoervenster
weergegeven als u de cursor naar het veld COMMENT
verplaatst en op de toets [ENTER] drukt, of als u op de
knop links klikt.
H TIME STAMP
Geeft het tijdstip aan waarop de scene voor het laatst is
opgeslagen, in de notatie maand/dag/jaar/uur/
minuten/seconden.
I MIDI EVENT
Hiermee wordt een MIDI-bericht opgegeven dat
vanuit de MIDI OUT-connector wordt verzonden als
de scene wordt opgeroepen. Als u op de knop links
klikt, wordt een venster weergegeven waarin u een
MIDI-gebeurtenis in hexadecimale notatie kunt
invoeren ( p. 128).
SCENE-scherm
SCENE
1
2 3 45 6
7 8
9 K
J