10 Scenegeheugen
94 PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Bediening
De functie Recall Safe gebruiken
"Recall Safe" is een functie waarmee u alleen bepaalde parameters/kanalen van oproephandelingen kunt uitsluiten. Dit
verschilt van de instellingen voor Selective Recall (➥ p. 92), die van toepassing zijn op individuele scenes. Instellingen voor
Recall Safe daarentegen zijn van toepassing op alle scenes.
1
Druk in het gedeelte DISPLAY ACCESS
meerdere keren op de toets [SCENE] om
toegang te krijgen tot het scherm RECALL
SAFE dat hieronder is afgebeeld.
2
Gebruik de knoppen in het scherm om de
parameters/kanalen te selecteren die worden
uitgesloten van oproephandelingen.
De functie van de knoppen in het scherm en de
procedures zijn dezelfde als in het scherm
SELECTIVE RECALL (als de modus SAFE
PARAMETER is geselecteerd), met uitzondering van
de knop SAFE ON/OFF van de HA (voorversterker)
die als een parameter in het gedeelte INPUT SAFE
PARAMETER is toegevoegd.
De indicator [RCL SAFE] van de channel strip
brandt voor ingangskanalen, STEREO A/B-kanalen
en DCA-groepen waarvoor de functie Recall Safe is
ingeschakeld.
Tip
• Door in het scherm RECALL SAFE op het raster van
parametermatrices te klikken wordt een " "-symbool
weergegeven met de letter "G" in het midden. Deze letter
"G" geeft aan dat de instelling globaal is en dus op alle
scenes van toepassing is.
• Indien gewenst kunt u de instellingen voor Selective Recall
vanuit de huidige geselecteerde scene kopiëren naar het
scherm RECALL SAFE plakken (
➥
p. 183).
• Als u naar beneden scrolt, ziet u dat de CH-kolom van het
gedeelte SAFE PARAMETERS niet alleen ingangskanalen
maar ook ingangspoorten bevat. Als u de HA
(voorversterker) van een bepaalde ingangspoort op Recall
Safe instelt, wordt de HA (voorversterker) van het
overeenkomstige kanaal ook op Recall Safe ingesteld. Zelfs
als ze zijn toegewezen aan meerdere kanalen, worden de
Recall Safe-instellingen voor de overeenkomstige
ingangspoorten/-kanalen van de HA (voorversterker)
gekoppeld.
• Indien nodig kunt u de knop HA+CH in het gedeelte SAFE
KEY MODE SELECT inschakelen. Als u dan de functie
Recall Safe in- of uitschakelt met de toets [RECALL SAFE]
op het mengpaneel of de knop RECALL SAFE in het
scherm CH VIEW (functie INPUT VIEW), wordt Recall Safe
ook in- of uitgeschakeld voor de HA (voorversterker) die is
gekoppeld aan het overeenkomstige kanaal.
• Apart van de gebruikelijke Recall Safe-functie, kunt u in het
veld OUTPUT ISOLATION uitgangskanalen en parameters
opgeven die zijn uitgesloten van oproephandelingen, zodat
deze worden opgeslagen in het SETUP-geheugen (dit wordt
niet beïnvloed door het laden van geheugenkaarten)
(
➥
p. 182).
3
Als u wilt dat het paneel de functie Recall Safe
voor een kanaal in- of uitschakelt, gebruikt u
de toets [SEL] om een kanaal te selecteren en
drukt u vervolgens op de toets [RECALL SAFE]
in het gedeelte SELECTED CHANNEL zodat de
toets LED gaat branden.
De functie Recall Safe wordt ingeschakeld voor het
overeenkomstige kanaal.
Opmerking
Standaard is ALL geselecteerd als parameter die wordt
uitgesloten van oproephandelingen. Dit betekent dat als u de
functie Recall Safe op het paneel inschakelt, de instelling voor
Recall Safe van toepassing is op alle parameters van het/de
kanaal/kanalen waarvoor deze is ingeschakeld.
Als u klaar bent met de instellingen voor Recall Safe
en u een scene oproept, worden alleen de
geselecteerde kanalen/parameters uitgesloten van
oproephandelingen.
Opmerking
De functies Recall Safe en Selective Recall kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt. Kanalen/parameters die zijn
uitgesloten van oproephandelingen door de functie Recall
Safe of Selective Recall (of beide), worden niet opgeroepen.
RECALL SAFE
Toets [RECALL SAFE]