PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding Gedeelte Naslagwerk 307
Informatie
op de display
Functiemenu
Algemene
functies
Uitgangs-
functies
Ingangs-
functies
Appendices
ALL PRE [ALL MIX ]
Hiermee geeft u pre-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit het specifieke ingangskanaal
worden verzonden naar alle MIX-bussen.
ALL POST [ALL MIX ]
Hiermee geeft u post-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit het specifieke ingangskanaal
worden verzonden naar alle MIX-bussen.
ALL PRE [ALL CH ]
Hiermee geeft u pre-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit alle ingangskanalen worden
verzonden naar de specifieke MIX-bus.
ALL POST [ALL CH ]
Hiermee geeft u post-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit alle ingangskanalen worden
verzonden naar de specifieke MIX-bus.
ALL PRE [ALL CH x ALL MIX]
Hiermee geeft u pre-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit alle ingangskanalen worden
verzonden naar alle MIX-bussen.
ALL POST [ALL CH x ALL MIX]
Hiermee geeft u post-fader op als de verzendpositie
voor signalen die vanuit alle ingangskanalen worden
verzonden naar alle MIX-bussen.
C Raster
In dit gebied worden verschillende instellingen
weergegeven voor de signalen die vanuit de
ingangskanalen (horizontale rijen) naar de MIX-
bussen (verticale kolommen) worden verzonden. De
rode lijnen die naar links en naar boven doorlopen,
geven het overeenkomstige ingangskanaal en de MIX-
aansluiting aan voor het raster waarin de cursor zich
bevindt.
D SELECTED PARAMETER (momenteel
geselecteerde parameter)
Hiermee worden het ingangskanaal en de MIX-
aansluiting aangegeven voor het raster waarin de
cursor zich momenteel bevindt. De vier vakken aan de
rechterkant geven de waarden aan voor het raster
waarin de cursor zich momenteel bevindt.
In dit scherm worden de signalen weergegeven die vanuit
de ingangskanalen naar de bussen en rechtstreekse
uitgangen worden verzonden. U kunt vanuit dit scherm
ook deze toewijzingen instellen of annuleren.
A Ingangskanaal
In dit gebied worden het nummer en de naam
aangegeven van het ingangskanaal dat u bewerkt.
B PAN
Als deze knop is ingeschakeld, wordt de instelling van
de knop TO STEREO PAN van het ingangskanaal ook
toegepast op het signaal dat wordt verzonden naar
MIX-bussen van het type FIXED. Dit is gekoppeld aan
de knop FOLLOW PAN FIXED van het scherm CH to
MIX (PAN/ROUTING-functie).
C Bustoewijzingen
Met deze knoppen wordt het overeenkomstige
ingangskanaal toegewezen aan MIX-bussen van het
type FIXED. Deze zijn gekoppeld aan de knoppen
SEND ON/OFF van het scherm CH to MIX (PAN/
ROUTING-functie). Voor MIX-bussen van het type
VARI zijn deze knoppen grijs en niet beschikbaar.
Opmerking
Als er een andere surround-modus dan STEREO is
geselecteerd, krijgen de knoppen voor MIX-bussen die
worden gebruikt als surround-bussen de naam van hun
surround-kanaal (bijvoorbeeld L, C, R) in plaats van een
nummer.
4
FIX ASSIGN VIEW-scherm
FIX ASSIGN VIEW
2
4
5
6
3
1