HOOFDSTUK 5 EXTRA TOEBEHOREN
5-5
De optionele lettertypen selecteren
Nadat u de los verkrijgbare fontkaart heeft geïnstalleerd, kunt u de
optionele fonts op diverse manieren selecteren:
1. Via uw software-toepassing
2. Met een fontselectiecommando
3. Met de FONT-toets
Voor het selecteren van fonts via uw software-toepassing volgt u de
instructies voor uw software. Raadpleeg de met uw software
meegeleverde handleiding voor nadere informatie. Als u de fonts
selecteert met een fontselectiecommando, moet het fontselectiecommando
in uw programma worden opgenomen. Raadpleeg de technische
handleiding van deze printer (deze is op verzoek verkrijgbaar).
✒ Opmerkingen
Wanneer u de fonts selecteert via uw software of met een commando,
moet u rekening houden met het volgende:
De instelling van de FONT-toets is niet belangrijk. Dit omdat
commando’s die via de software aan de printer worden doorgegeven,
de door de toets ingestelde waarden opheffen.
Zorg ervoor dat u de fontkaart installeert waarop de door u gewenste
lettertypen staan. De printer selecteert automatisch een lettertype dat
dezelfde of nagenoeg dezelfde kenmerken heeft als het font dat u via
uw software of met een commando voor fontselectie aanstuurt.
Wanneer de geïnstalleerde fontkaart toevallig een font heeft dat sterke
gelijkenissen vertoont met het door u gekozen font, is het mogelijk dat
de printer een afdruk maakt in een ander dan het door u geselecteerde
lettertype.
Voor het selecteren van lettertypen met de FONT-toets, volgt u
onderstaande stappen:
1. Druk in de stand PRINT FONTS C met behulp van de SHIFT- en de
TEST-toets een lijst af van de optionele fonts.
Raadpleeg “Testafdruk en afdruk van de verschillende lettertypen ” in
hoofdstuk 2 voor nadere informatie hierover.