HOOFDSTUK 2 KENNISMAKING & INSTALLATIE
2–11
Papier in de papierbak plaatsen
De printer laadt papier gewoonlijk uit de geplaatste universele papierbak,
de bovenste papierbak of de optionele tweede papierbak.
✒ Opmerking
Het gebruik van de tweede papierbak is optioneel. Hier wordt het
gebruik van de bovenste papierbak besproken. Raadpleeg “Tweede
papierbak” in hoofdstuk 5 voor nadere informatie over deze papierbak.
In de papierbakken kan uitsluitend papier worden gebruikt dat voldoet
aan onderstaande specificaties. Raadpleeg “Afdrukmedia” in hoofdstuk 3
voor nadere informatie over de te gebruiken papiersoorten.
Papierbak Beschikbare afmetingen Beschikbare soort
en capaciteit
Universele
papierbak
(MF)
Losse vellen: Letter, Legal en A4
Enveloppen: COM 10, Monarch,
C5, DL en ISO B5
Normaal papier:
150 (80 g/m
2
)
Enveloppen: 10
OHP-film: 100
Etiketten: 100
Andere soorten:
Gewicht = 60 tot
199 g/m
2
De bovenste
papierbak
(B1)
Losse vellen: Letter en Legal
(Letter/Legal-cassette),
A4 (A4-cassette)
Normaal papier:
500 (80 g/m
2
)
Gewicht = 60 tot
105 g/m
2
De optionele
onderste
papierbak
(B2)
Losse vellen: Letter en Legal
(Letter/Legal-cassette),
A4 (A4-cassette)
Normaal papier:
500 (80 g/m
2
)
Gewicht = 60 tot 90
g/m
2
Alle
papierbakken
voor
dubbelzijdig
afdrukken
(DX)
Losse vellen: Letter, Legal, A4,
ISO B5(behalve bak 2)
en Executive
* Wanneer de
duplex-unit is
geplaatst, is de
capaciteit van bak 1
lager dan hierboven
vermeld staat.
✒ Opmerking
Als u vanuit de universele bak wilt afdrukken op papier dat zwaarder is
dan 135 g/m
2
, moet dat papier vel voor vel in de universele bak worden
gelegd en moet de papieruitvoer zijn ingesteld op uitvoer met de bedrukte
zijde naar boven (face-up).