![](http://pdfasset.owneriq.net/1/dc/1dc49125-32eb-4090-b25a-e88304e4b66b/1dc49125-32eb-4090-b25a-e88304e4b66b-bg5f.png)
HOOFDSTUK 4 BEDIENINGSPANEEL
4-19
6. Druk op ▲ of op ▼ totdat de melding EINDIGEN op het LCD-scherm
verschijnt.
EINDIGEN
7. Druk op de SET-toets.
De printer gaat automatisch weer off-line.
INTERFACE
De automatische interfaceselectie is standaard ingesteld. U gebruikt de
INTERFACE-stand om bepaalde instellingen handmatig in te stellen.
Melding op LCD-scherm INTERFACE-stand
I/F=PARALLEL Parallelle interface
I/F=RS-232C RS-232C Seriële interface
I/F=USB Universele seriële bus interface
I/F=OPTIE De optionele MIO-interface
I/F=AUTO Automatische interfaceselectie
Selecteer het instelmenu en ga vandaar naar het menu met de opties om de
instellingen te veranderen. U doet dit als volgt:
■ Automatische interfaceselectie
1. Om de automatische interfaceselectie te gebruiken, kiest u de functie
op het LCD-scherm op de volgende wijze:
I/F=AUTO
2. Wanneer u deze functie met behulp van de SET-toets selecteert,
verschijnt het volgende instelmenu op het LCD-scherm:
TIME-OUT