HOOFDSTUK 7 PROBLEMEN OPLOSSEN
7–1
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEMEN OPLOSSEN
Wanneer er iets niet in orde is, stopt de printer met afdrukken, bepaalt hij
waar de storing is opgetreden en verschijnt op het LCD-scherm de
betreffende storingsmelding om u te waarschuwen. In onderstaande
tabellen wordt aangegeven wat u moet doen om een storing te verhelpen.
Kunt u de storing niet zelf verhelpen, raadpleeg dan uw leverancier. Geef
het nummer van de storingsmelding door voor een snelle diagnose.
Waarschuwingsmeldingen
Waarschuwingsmelding Betekenis Wat te doen
CONTR. XXXXXXX
Controleer de papierbak.
XXXXXXX is MF (de
universele bak)/BAK 1/ BAK
2.
Bij de melding “Contr. bak 1”
controleert u de afstelhendel
onderin de bovenste papierbak
en stelt u deze opnieuw in.
Zie pag. 7-6.
Plaats papier in de papierbak.
12 KAP OPEN
De kap van de printer is open. Sluit de kap van de printer.
13 CONTR. XXXXXX
Papier is vastgelopen in de
printer. XXXXXX is
INVOER/INTERN/ACHTER/
DUPLEX.
Verwijder het vastgelopen
papier uit het aangegeven
onderdeel. Zie pag. 7-6.
14 GEEN CARTR.
Er is geen tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette.
XX GEEN CASS
De papierbak is niet geplaatst.
XX is BAK1/BAK2.
Installeer de papierbak.
16 TONER OP
De toner is nu bijna helemaal
op. U kunt hooguit nog 30-
100 pagina’s afdrukken. (Ook
het ALARM-lampje brandt.)
Neem de tonercassette uit de
printer, schud hem onder een
hoek van 45° enige malen
heen en weer en plaats hem
weer in de printer, of plaats
een nieuwe tonercassette.
XX PLAATS PAPIER
***** PAPIER
In de papierbak ligt het
verkeerde papier. XX. XX is
MF (de universele bak)
/BAK1/BAK2. (Afwisselend
wordt aangegeven welk papier
moet worden geplaatst.)
Plaats het juiste papier in de
bak of in de handinvoer en
druk op FORM FEED.