HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-9
Printerinstellingen
U kunt deze printer gebruiken zonder dat u de instellingen met de toetsen
op het bedieningspaneel wijzigt. Deze zijn standaard ingesteld op
fabrieksinstellingen. Indien nodig, kunt u deze instellingen veranderen en
als gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.
Op deze printer zijn twee soorten instellingen mogelijk:
1. Gebruikersinstellingen
2. Fabrieksinstellingen
Houd er rekening mee dat de fabrieksinstellingen worden opgeheven
wanneer u gebruikersinstellingen in het geheugen opslaat. De
gebruikersinstellingen blijven van kracht tot u ze wijzigt of terugstelt op
de fabrieksinstellingen.
Gebruikersinstellingen
Met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel kunt u de
fabrieksinstellingen van deze printer aan uw wensen aanpassen. Omdat
de printer een geheugen heeft, kunt u de nieuwe instellingen als
gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan. Telkens
wanneer u de printer aanzet, wordt dan gebruik gemaakt van deze
gebruikersinstellingen.
In aanvulling hierop kunt u met de MODE-toets twee verdere sets
gebruikersinstellingen opslaan en met de RESET-toets op die instellingen
terugstellen. Wanneer een van de in het geheugen opgeslagen sets
gebruikersinstellingen opnieuw wordt ingesteld, vervangt deze de huidige
instellingen.
Fabrieksinstellingen
De stanaardinstellingen op deze printer zijn in de fabriek gemaakt. U
kunt de printer met deze fabrieksinstellingen gebruiken, of ze aanpassen
en gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.
✒ Opmerking
Het wijzigen van in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen heeft
geen invloed op de standaard aanwezige fabrieksinstellingen. De
fabrieksinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
U gebruikt de RESET-toets wanneer u de in het geheugen opgeslagen
gebruikersinstellingen wilt verwijderen en de fabrieksinstellingen weer
wilt gebruiken. Raadpleeg “RESET-toets” in hoofdstuk 4 voor meer
informatie hierover.