GEBRUIKERSHANDLEIDING
1-12
2. Zet de printer aan.
Op uw computerscherm
verschijnt nevenstaand
dialoogvenster.
Klik op
Volgende.
3.Selecteer de optie die zoekt
naar het beste
stuurprogramma voor uw
apparaat.
Klik op
Volgende
.
4.Plaats de meegeleverde
diskette of CD-ROM in het
station van uw PC.
Selecteer “CD-ROM-
station”,
afhankelijk van het
door u gebruikte medium.
Klik op
Volgende.
5.Klik op
Volgende
.
De USB-driver is nu
geïnstalleerd.