HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
1-9
INSTALLATIE VANAF DISKETTES
U moet Windows voor deze printer configureren. Hiertoe installeert u de
printer driver en de TrueType-compatibele lettertypen vanaf de
meegeleverde diskettes.
Voor Windows 95/98
1. Plaats de meegeleverde diskette met het opschrift “disk1” in uw
diskettestation.
2. Klik op
Start
en selecteer
Instellingen
.
3. Selecteer
Printers
en
dubbelklik op het
pictogram
Printer
toevoegen
.
4. Volg nu de instructies van Windows 95/98.
Voor Windows 3.1
Aangezien de meegeleverde printer driver en lettertypen gecomprimeerd
op schijf zijn opgenomen, dient het installatieprogramma gebruikt te
worden om ze te installeren. Bij onderstaande instructies wordt ervan
uitgegaan dat de driver en de lettertypen vanaf diskettestation A
geïnstalleerd worden.
1. Start Windows 3.1.
2. Plaats de meegeleverde diskette voor Windows in uw diskettestation.
3. Kies in Programmabeheer in het menu
Bestand
de optie
Starten
.