Linksys UWAG200G Network Router User Manual


 
71
Bijlage E: Verklarende woordenlijst
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
IP-adres - Het adres dat wordt gebruikt om een computer of apparaat in een netwerk te identificeren.
IPCONFIG - Een hulpprogramma in Windows 2000 en XP dat het IP-adres voor een bepaald netwerkapparaat
weergeeft.
IPSec (Internet Protocol Security) - Een VPN-protocol waarmee een veilige uitwisseling van pakketten op de
IP-laag kan worden gegarandeerd.
ISM-band - Radiobandbreedte die wordt gebruikt bij draadloze transmissies.
ISP (Internet Service Provider) - Een bedrijf dat toegang biedt tot internet.
Kabelmodem - Een apparaat waarmee een computer met het kabeltelevisienetwerk wordt verbonden, dat zelf
weer met internet is verbonden.
Knooppunt - Een vertakking of verbindingspunt in een netwerk. Meestal is dit een computer of werkstation.
LAN - De computers en netwerkproducten waaruit uw lokale netwerk bestaat.
LEAP (Lightweight Extensible Authentication Protocol) - Een wederzijdse verificatiemethode waarbij een
gebruikersnaam en een wachtwoord worden gebruikt.
MAC-adres (Media Access Control) - Het unieke adres dat door een fabrikant wordt toegewezen aan een
netwerkapparaat.
Mbps (MegaBits Per Second) - Eén miljoen bits per seconde; een meeteenheid voor gegevenstransmissie.
mIRC - Een Internet Relay-chatprogramma dat wordt uitgevoerd onder Windows.
Multicasting - Het verzenden van gegevens naar een groep bestemmingen tegelijk.
NAT (Network Address Translation) - NAT-technologie zet IP-adressen van een lokaal netwerk om in een ander
IP-adres voor internet.
Netwerk - Een reeks computers of apparaten die met elkaar zijn verbonden met als doel het delen, opslaan en/of
verzenden van gegevens tussen gebruikers.
NNTP (Network News Transfer Protocol) - Het protocol dat wordt gebruikt om verbinding te maken met Usenet-
groepen op internet.
OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing) - Frequentietransmissie waarbij de gegevensstroom wordt
opgesplitst in een aantal gegevensstromen met een lagere snelheid, die vervolgens parallel worden verzonden
om gegevensverlies bij de transmissie te voorkomen.