Linksys WAG200G Network Router User Manual


 
26
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Wireless (Draadloos)
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Advanced Wireless Settings (Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)
Advanced Wireless (Geavanceerd WLAN)
In dit scherm kunt u toegang krijgen tot de geavanceerde functies voor draadloos netwerkgebruik, zoals
Authentication Type (Verificatietype), Control TX Rate (TX-snelheid besturen), Beacon Interval (Bakeninterval),
DTIM Interval (DTIM-interval), Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel) en RTS Threshold (RTS-drempel).
Authentication Type (Verificatietype). Dit is standaard ingesteld op Auto (Automatisch) waardoor Open
System-verificatie of verificatie met een gedeelde sleutel kan worden gebruikt. Bij Open System-verificatie
gebruiken de verzender en de ontvanger geen WEP-sleutel voor de verificatie, maar kan wel WEP worden
gebruikt voor gegevenscodering. Als u alleen Open System-verificatie wilt toestaan, selecteert u Open
System. Bij verificatie met een gedeelde sleutel gebruiken de verzender en de ontvanger een WEP-sleutel
voor zowel verificatie als gegevenscodering. Als u alleen verificatie met een gedeelde sleutel wilt toestaan,
selecteert u Shared Key (Gedeelde sleutel). Het wordt aanbevolen voor deze optie de standaardmodus (Auto)
te gebruiken omdat sommige clients niet kunnen worden geconfigureerd voor Shared Key (Gedeelde sleutel).
Control Tx Rates (Verzendsnelheid beheren). De standaardwaarde voor de transmissiesnelheid is Auto.
De snelheid dient te worden aangepast aan de snelheid van uw draadloze netwerk. Selecteer het bereik van
de transmissiesnelheden of gebruik de standaardinstelling Auto (Automatisch) als u de gateway de hoogst
mogelijke gegevenssnelheid wilt laten gebruiken en de functie Auto-Fallback (Automatisch terugvallen) wilt
instellen. Met Auto-Fallback (Automatisch terugvallen) wordt onderhandeld over de beste
verbindingssnelheid tussen de gateway en een draadloze client.
Beacon Interval (Bakeninterval). De standaardwaarde is 100. De waarde van het bakeninterval geeft het
frequentie-interval van het baken aan. Een baken is een pakketbroadcast van de gateway voor de
synchronisatie van het draadloze netwerk.
DTIM Interval (DTIM-interval). De standaardwaarde is 1. Deze waarde geeft het interval van de Delivery Traffic
Indication Message (DTIM) aan. Een DTIM-veld is een aftelveld dat de clients informatie verstrekt over het
volgende venster voor het luisteren naar broadcast- en multicast-berichten. Als er zich broadcast- of
multicast-berichten voor gekoppelde clients in de buffer van de gateway bevinden, verzendt de router de
volgende DTIM met een DTIM-intervalwaarde. De clients krijgen de bakens door en worden geactiveerd.
Vervolgens kunnen de clients de broadcast-berichten en multicast-berichten ontvangen.
Fragmentation Threshold (Fragmentatiedrempel). Deze waarde moet 2346 blijven. Deze waarde geeft aan hoe
groot een pakket mag zijn om nog als één geheel te worden verzonden. Pakketten groter dan de hier opgegeven
waarde worden verdeeld over meerdere pakketten (gefragmenteerd). Als er zich veel pakketfouten voordoen,
kunt u de fragmentatiedrempel iets verhogen. Als u de fragmentatiedrempel te laag instelt, kan dat slechte
netwerkprestaties veroorzaken. Wij raden u aan deze waarde slechts in geringe mate te wijzigen.
Afbeelding 5-20: Advanced Wireless Settings
(Geavanceerde instellingen voor draadloos netwerk)