35
Hoofdstuk 5: De Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik configureren
Het tabblad Administration (Administratie)
Wireless-G ADSL-gateway voor thuisgebruik
Het tabblad Administration (Administratie)
Het tabblad Management (Beheer)
In het scherm Management (Beheer) kunt u de toegangsinstellingen voor de gateway wijzigen en de functies voor
SNMP (Simple Network Management Protocol), UPnP (Universal Plug and Play), IGMP (Internet Group Multicast
Protocol)-Proxy en WLAN-beheer configureren.
Gateway Access (Gatewaytoegang)
Local Gateway Access (Lokale gatewaytoegang). Ter beveiliging van de gateway moet u een wachtwoord
opgeven om het webgebaseerde hulpprogramma van de gateway te kunnen openen. Zowel de
standaardgebruikersnaam als het standaardwachtwoord is admin.
• Gateway Userlist (Gebruikerslijst gateway). Selecteer het nummer van de gebruiker in het vervolgkeuzemenu.
• Gateway Username (Gebruikersnaam gateway). Voer de standaardgebruikersnaam admin in. Het is
raadzaam de standaardgebruikersnaam te wijzigen in een gebruikersnaam van uw keuze.
• Gateway Password (Wachtwoord gateway). Het is raadzaam het standaardwachtwoord, admin, te wijzigen in
een wachtwoord van uw keuze.
• Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging: Geef het nieuwe wachtwoord van de gateway nogmaals op
om het te bevestigen.
Remote Gateway Access (Externe gatewaytoegang). Met deze functie kunt u vanaf een externe locatie via
internet toegang krijgen tot uw gateway.
• Remote Management (Extern beheer). Met deze functie kunt u vanaf een externe locatie de gateway via internet
beheren. U kunt Remote Management (Extern Beheer) inschakelen door op Enable (Inschakelen) te klikken.
• Management Port (Beheerpoort). Voer het nummer in van de poort die u wilt gebruiken voor toegang tot de
gateway.
BELANGRIJK: Als u extern beheer inschakelt, kan iedereen met uw wachtwoord de gateway
configureren vanaf elke willekeurige locatie op internet.
Afbeelding 5-32: Management (Beheer)