Gebruiksomgeving
De optimale omgeving om uw computer in te gebruiken is een omgeving met
een temperatuur van 10 tot 35°C en een relatieve vochtigheid van 35 tot 80%.
Als uw computer is vervoerd of opgeslagen is geweest bij een temperatuur van
minder dan 10°C, gebruik de koude computer dan niet meteen, maar geeft
hem de tijd om langzaam op de optimale bedrijfstemperatuur van 10 top 35°C
te komen. Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren.
Onder bepaalde omstandigheden kan dit wel twee uur duren. Laat u de com-
puter
niet goed op temperatuur komen, dan kan dit bij gebruik leiden tot
onherstelbare schade.
Plaats de computer indien mogelijk in een goed geventileerde, droge ruimte,
uit de zon.
Houd elektrische apparaten zoals ventilatoren, radio’s, zware luidsprekers, air
conditioners en magnetrons uit de buurt van de computer, want het sterke
magnetische veld dat door dergelijke apparaten wordt veroorzaakt, kan schade
toebrengen aan het beeldscherm en aan de gegevens op de vaste schijf.
Plaats nooit vloeistoffen op of naast de computer of de aangesloten apparatuur.
Als er vloeistof op de computer of een aangesloten apparaat wordt gemorst,
kan er kortsluiting ontstaan, met alle desastreuze gevolgen van dien.
Blijf, als u aan het eten of roken bent, uit de buurt van het toetsenbord. Er kan
namelijk schade ontstaan door kruimels die op het toetsenbord vallen.
Veiligheidsvoorschriften voor de elektriciteit
Gevaar
Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is
gevaarlijk.
Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende:
v Om een elektrische schok te voorkomen, dient u de computer niet te
gebruiken tijdens onweer.
v Sluit tijdens onweer geen kabels aan en ontkoppel ze niet; voer ook geen
installatie-, onderhouds- of configuratiewerkzaamheden aan dit product
uit tijdens onweer.
v Sluit alle netsnoeren aan op correct bedrade, geaarde stopcontacten.
v Sluit ook het netsnoer van alle apparaten die op dit product worden aan-
gesloten
aan op een correct geaard stopcontact.
Hoofdstuk 1. Belangrijke veiligheidsinformatie 331