27
Hoofdstuk 5: De Wireless-G-breedbandrouter configureren
Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall
Wireless-G-breedbandrouter
Tabblad Security (Beveiliging) - Firewall
Firewall Protection (Firewallbescherming). Met deze functie wordt Stateful Packet Inspection (SPI) gebruikt voor
een meer gedetailleerde controle van gegevenspakketten die uw netwerkomgeving binnenkomen.
Block WAN Requests (WAN-verzoeken blokkeren). U schakelt de functie voor het blokkeren van WAN-verzoeken
in door het vakje naast Block Anonymous Internet Requests (Anonieme internetverzoeken blokkeren) te
selecteren. Door de functie in te schakelen, kunt u voorkomen dat uw netwerk door andere internetgebruikers
wordt ‘gepingd’ (gedetecteerd). Uw netwerk wordt met deze functie ook beter beveiligd, omdat de
netwerkpoorten worden verborgen. Als u WAN-verzoeken blokkeert, wordt het voor gebruikers van buitenaf
moeilijker uw netwerk binnen te dringen. Deze functie is standaard ingeschakeld. Selecteer Disabled
(Uitgeschakeld) als u anonieme internetverzoeken wilt toestaan.
Filter Multicast (Multicast filteren). Met multicasting kunnen meerdere overdrachten tegelijk naar bepaalde
ontvangers worden verzonden. Als multicasting is toegestaan, kan de router IP-multicastpakketten naar de
daarvoor bestemde computers doorsturen. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als u multicasting wilt filteren of
Disabled (Uitgeschakeld) als u deze functie wilt uitschakelen.
Filter Internet NAT Redirection (Filter Doorsturen NAT). Met deze functie worden poorten doorgestuurd om te
voorkomen dat met lokale netwerkcomputers toegang wordt verkregen tot lokale servers. Selecteer Enabled
(Ingeschakeld) als u het doorsturen van NAT wilt filteren of Disabled (Uitschakelen) als u deze functie wilt
uitschakelen.
Filter IDENT (Port 113) (IDENT filteren [poort 113]) Met deze functie wordt voorkomen dat poort 113 wordt
gecontroleerd door apparaten buiten uw lokale netwerk. Selecteer Enabled (Ingeschakeld) als poort 113 wilt
filteren of Disabled (Uitgeschakeld) als u deze functie wilt uitschakelen.
Wijzig deze instellingen aan de hand van deze instructies en klik op de knop Save Settings (Instellingen opslaan)
als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt
annuleren.
Het tabblad Security (Beveiliging) - VPN Passthrough (VPN-doorvoer)
Met de instellingen op dit tabblad kunt u VPN-tunnels die gebruikmaken van IPSec-, PPTP- of L2TP-protocollen
via de firewall van de router laten doorvoeren.
IPSec Pass-through (IPSec-doorvoer). IPSec (Internet Protocol Security) is een pakket protocollen waarmee een
veilige uitwisseling van pakketten op de IP-laag kan worden gegarandeerd. Klik op Enable (Inschakelen) als u
IPSec-tunnels via de router wilt laten doorvoeren. De optie IPSec Pass-through (IPSec-doorvoer) is standaard
ingeschakeld.
Figuur 5-27: Tabblad Security (Beveiliging) -
Firewall
Figuur 5-28: Tabblad Security (Beveiliging) - VPN
Passthrough (VPN-doorvoer)